Algemeen (onderling) nationaal weduwenfonds
Gegegevens |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Algemeen (onderling) nationaal weduwenfonds | ||||||||||||
Plaats | Nieuwer Amstel | ||||||||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||
Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||||||||||
Datum | 1821-1834 | ||||||||||||
Jaar van oprichting | 1821 | ||||||||||||
Jaar van opheffing | 1834 | ||||||||||||
Bestaansduur | 10-20 jaar | ||||||||||||
Weduwegeld | ja | ||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||
Tekst | Algemeen (onderling) nationaal weduwenfonds. 1821-1834 in liquidatie Directeur: J.G. Nathemuller, J. Blok. Reglement 1821; 1829; gewijzigd 1830. Opheffing: in 1830 stelde het bestuur voor het fonds te ontbinden, maar de leden verzetten zich daartegen. In 1834 in liquidatie, nadat nav het weigeren van koninklijke goedkeuring bestuur en commissarissen waren opgestapt. (NA, Armwezen 1832-1878, inv. 121, 26 sept. 1834, 93). Leden: 1827 524 (19 weduwen); 1828 531 (27 weduwen, die ƒ7503 kregen uitgekeerd); 1829 271 (36 weduwen); 1832 28; 1833 17 (37 weduwen.) Bezit: 1828 ƒ12.000 in effecten. Bijzonderheden: 1. begin 1831 wordt meegedeeld dat het fonds door het bedanken van de leden zo sterk is achteruitgegaan, dat zelfs ontbinding werd overwogen. 2. Reglementswijziging 1829, vastgesteld 22 jan. 1829. Nu contributie vast. Volgens het vorige reglement stijging bij tekort mogelijk. Dat is ook doorgevoerd, maar leidde tot ledenverlies. Ook als er geen nieuwe leden bijkomen, zullen de weduwen nog enkele jaren een uitkering kunnen krijgen. Commissarissen hebben het reglement laten drukken en openbaar gemaakt `opdat de algemeene geest, welke zich tegen alle weduwenfondsen, zonder onderscheid verheft, eenigszints tot zwijgen worde gebracht' en het doel van het weduwenfonds wordt bereikt. Ter voorkoming van zedeloosheid wordt de uitkering aan een weduwe, die na 300 dagen na het overlijden van de echtgenoot bevalt, geen uitkering meer betaald. Reglementswijziging 1830 poogt hertrouw aan te moedigen door geld voor een uitzet te introduceren, maar dat had geen succes. Uit de stukken in de Staatssecretarie blijkt voorts, dat ook hier de bestuurders van oordeel zijn, dat hun fonds het slachtoffer is van de nieuwe fondsen die veel te veel beloven. (Staatssecretarie Inv. 3745, 23 okt. 1832, 88, op stuk zelf staat echter 14 okt. 1832, 106). Bronnen: NA, Armwezen 1832-1878; S. 334, 1 okt. 1821-? |