Verzekeringsfondsen

Burger Begrafenisfonds. 1850-1921 komt verplichtingen niet meer na.

Oprichting: Verhoren fondsenenquête, 703.

Directie: Jan Hendrik Vierling was van 1844-1849 fungerend directeur en/of bode van het fonds van Wijlacker (13461). In maart 1849 werd hij ontslagen `door ten nadeele der Sociëteit te hebben gewerkt’. (Sierag, 282) 1885 M. Hazebroek, J.H. Vierling; 1892 wed. M. Hazebroek en wed. J.H. Vierling.

In 1875 en 1885 werd het nog aangeduid als zieken- en begrafenisfonds.

Opheffing: Volgens S 590 in 1921 uitgekwijnd. Zie ook bijzonderheden bij het ziekenfonds (1304).

Werking: ook andere steden, daar begrafenis altijd in geld.

Voorziening: begrafenis in natura of geld, maximaal ƒ160.

Leden: 1870 5000; 1875 5339; 1880 5660.

Bezit: 1885 ƒ7000.

Bijzonderheden: in 1866 was agv pokken en cholera de begrafeniskas vrijwel leeg. Leden van de directie hebben toen privé ieder ƒ1000 gestort. Nu is als gevolg van influenza de reserve geslonken, waarom hij (boekhouder J. Hazebroek) heeft voorgesteld weer ƒ1000 te storten. Volgens Van Zanten Jut dreigde het fonds kort geleden ten onder te gaan. (Verhoren, 317). In 1892 bij de oprichting van het Zuid-Hollands Zieken en Begrafenisfonds (1126) is een van de bodes, C. Adam, met zijn leden weggegaan, omdat het fonds zeer achteruitging en de heer Hazebroek met wie hij te maken had `door drank gewoonlijk onbekwaam was'. Klachten hielpen niet en het fonds legde het laatste jaar geen rekening en verantwoording meer af (853-861).

Bronnen: S. 590, 1850-1921 uitgekwijnd; Gemeenteverslag 1875, 340; 1880, 372; Verzekeringsbode 1885; Fondsenenquête, 232; Verhoren, 703 ev.; 853-862; departementale lijst.