Nederlandsche Zieken- en Begrafenismaatschappij
Gegegevens |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Naam | Nederlandsche Zieken- en Begrafenismaatschappij | ||||
Plaats | 's-Gravenhage | ||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||
Aard | onderling | ||||
Datum | 1843-1927 (fusie) | ||||
Jaar van oprichting | 1843 | ||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||
Fusiedatum | 1927 | ||||
Fusieresultaat | Algemene Levensverzekeringsbank | ||||
Ziekengeld | ja | ||||
Ziektekosten | ja | ||||
Begrafenisgeld | ja | ||||
Leden |
|
||||
Tekst | Nederlandsche Zieken- en Begrafenismaatschappij. 1843-1927 overgedragen aan Algemene Levensverzekeringsbank (99015 opgericht 1903-1950 naar Eerste Nederlandse (874). Opgericht: 1 mei 1843 door G.W.S. Zimmermann en L. Boer; ttv Fondsenenquête Kok en Van Dalen Wetters in directie. Vroegen na oprichting goedkeuring van de Koning (Armwezen, inv. 568, exh. 5 sept. 1843, no. 65). Onderlinge Overdracht: volgens Verslag Verzekeringskamer 1927 naar Algemene Levensverzekeringsbank. Volgens S. 505 vond de overdracht al in 1921 plaats. Volgens Wiebes Leemans, Geschiedenis, 56, was de overdracht in 1928; volgens opgave Van Gerwen/Verbeek, bijlage 2, werd deze in 1922 overgedragen aan NV Levensverzekeringsmaatschappij `Holland' (833). Onbekend is wanneer de voorzieningen bij ziekte werden gestopt. Werkingsgebied: bovenlokaal. Melden in 1843 al contracten te hebben afgesloten met geneeskundigen in ’s-Hertogenbosch, Tilburg, Dordrecht, Rijswijk, Voorburg en Leidsendam. Zij willen zoveel mogelijk in alle plattelandsgemeenten afdelingen stichten. Zal leiden tot daling kosten armenzorg. Willen ook contracten met armbesturen afsluiten. Koninklijke goedkeuring zal groei bevorderen. Wordt als altijd in dergelijke gevallen geweigerd. Opereerde volgens Jaarboek Haarlem daar in 1848 en had er 46 leden. 3 afdelingen al naar gelang voorzieningen en als 4e afdeling toelaagfonds. Voorzieningen: toegangsleeftijd 1843 maximaal 75 jaar. Geneeskundige hulp inclusief apotheker, kinderen jonger dan 18 jaar gratis bediening en inenting; ziekengeld, alleen in 1e klasse (max. leeftijd 40 jaar) ƒ1,60; begrafenisgeld aflopende van ƒ85 (18-40 jaar) tot ƒ22 bij 55-60 jaar; kinderen jonger dan 8 jaar vrije begrafenis; boven de 8 jaar eigen verzekering afsluiten. Fonds heeft toelaagfonds. Fondsenenquête meldt in `s-Gravenhage, Voorburg of Rijswijk begrafenis in natura, elders ƒ45-150. Contributie: 1e afdeling 13½ cent voor gewone, 17 cent voor extra bediening. Leden: ±1890/4 5-10.000; 1925 3.422. Bezit: 1925 ƒ22489. Bijzonderheden: In de Noord-Brabander 27.7.1844 meegedeeld dat het zo goed gaat dat 1. de contributie verlaagd en het ziekengeld verhoogd wordt, terwijl kinderen onder 18 jaar meeverzekerd worden; 2. er een vrije kinderuitkering wordt ingevoerd tot 8 jaar en 3. wie uit een ander fonds komt direct wordt toegelaten met behoud van rechten. Bronnen: BiZa, inv. 568, 5 sept. 1843, 65; 699, 10 jan. 1846, 129: geen autorisatie nodig. S. 505, 15v, 29k; Fondsenenquête, 227; Ziekenfondsrapport Nut, 183; Begrafenisrapport Nut, 134; departementale lijst; NMG 639, er waren toen nog 2 artsen aan verbonden, geen verdere gegevens; Verslag Verzekeringskamer 1925, Bijlage 18, 40. |