Uit Voorzorg
Gegegevens |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Uit Voorzorg | ||||||||||||
Plaats | Rotterdam | ||||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||
Datum | 1834 (eerste vermelding)-1859 (laatste vermelding) | ||||||||||||
Eerste vermelding | 1834 | ||||||||||||
Laatste vermelding | 1859 | ||||||||||||
Bestaansduur | 20-30 jaar | ||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||
Tekst | Uit Voorzorg. Vanaf 1835 zijn opgaven aanwezig van een fonds `Uit Voorzorg’ met P.A. de Sel als secretaris; in 1848 komt Sel niet meer voor, maar is er een Uit Voorzorg met I. van Binsbergen secretaris. G. Kloos zat eveneens in het bestuur. 1856 tekent G. Kloos (boekhouder) de opgaven. Het fonds werd in 1834 of 1835 in de statistiek opgenomen. Opheffing: in de nota van toelichting uit 1848 wordt gezegd, dat het fonds tijdelijk achteruitgaat door de heersende ziekte en door de groei van de zg. wekelijkse begrafenisfondsen. In het adresboek 1859 komt het fonds nog voor. In de tabellen uit de jaren zestig niet meer. Voorzieningen: geneeskundige hulp en begrafenisgeld. Leden: 1835 44; 1840 33; 1845 25; 1856 75 en 13 kinderen; 1857 gemiddeld 84. Bronnen: Armverslag 1835. |