Borghmans, Anna Sophia Maria Elisabeth (1915-1977)

 
English | Nederlands

BORGHMANS, Anna Sophia Maria Elisabeth, vooral bekend als Truus Trompert (geb. Amsterdam 29-1-1915 – gest. Amsterdam 1-4-1977), kunstenaarsmodel. Dochter van Johannes Adrianus Borghmans (1884-1921), metselaar, en Johanna Dorothea Daalman (1893-1964), naaister. Truus Borghmans trouwde op 28-4-1937 in Amsterdam met Bernardus Trompert (1909-1943), textieldrukker. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Fie Borghmans werd geboren als derde van vier kinderen in een katholiek werkmansgezin dat woonde aan de Spuistraat in Amsterdam. Haar vader kwam uit Breda, haar moeder uit Amsterdam. Toen Fie zes was, overleed haar vader. Haar moeder werd schoonmaakster en kreeg enige tijd steun van de katholieke armenhulp, maar die steun hield op toen ze brak met de kerk. Fie werd van de katholieke lagere school genomen en maakte de openbare lagere school af. Direct daarna ging ze werken, onder meer bij het toenmalige Chinese consulaat en in een lampenkappenfabriekje. In de crisisjaren verhuisde het gezin vaak, telkens naar een goedkopere huurwoning – vanaf 1935 woonde het in de Van Ostadestraat.

Rond 1935 werkte Fie Borghmans op de batik- en textieldrukkerij van de graficus Ulco Kooistra, die was afgestudeerd aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus – de latere Gerrit Rietveld Academie – en lid was van de linkse kunstenaarsgroep ‘De Onafhankelijken’. Hij leidde ook een antifascistisch arbeidersballet dat optrad onder de naam Dynamo’. Fie en haar twee jaar oudere zuster Rie (1913-na 1985) werden lid. Via dit netwerk konden zij en hun jongere broer Cor (1917-1956) af en toe wat bijverdienen als model voor collega-kunstenaars van Kooistra. Op de drukkerij van Kooistra werkte ook Bernard Trompert, de secretaris van ‘Dynamo’. In 1937 trouwde Fie Borghmans met hem. Ze gingen wonen op de Nicolaas Witsenkade.

‘Truus’ Trompert

In de bezettingsjaren had Fie Trompert-Borghmans korte tijd een Joodse onderduikster in huis. In 1943 dook Fie’s man onder. Ze was toen enige maanden zwanger. Kort nadat ze had gehoord dat hij was omgekomen bij een bombardement in het Franse La Rochelle, had ze een miskraam. In hetzelfde jaar poseerde ze voor het eerst voor de beeldhouwster Charlotte van Pallandt. Na de Bevrijding werkte Trompert-Borghmans enige tijd als brievenbestelster. Al snel werd ze beroepsmodel, onder meer voor academiedocent Willem Papenhuijzen. Het verhaal gaat dat hij in zijn tekenklassen alle vrouwelijke modellen ‘Truus’ noemde, mogelijk uit oogpunt van privacy (Egberts, 9). Zo werd Fie Trompert al gauw ‘Truus’ Trompert – een modellennaam die klonk als een klok.

Het modellenbestaan betaalde slecht. Vóór de oorlog verdiende Trompert ongeveer een gulden per uur, na de oorlog gemiddeld twee (Egberts, 14). Vergeleken met de tweehonderd gulden die het ‘kimonomeisje’ Geesje Kwak in 1893 van haar schilder G.H. Breitner kreeg voor vijf keer poseren, was dit erg karig. Trompert kon nauwelijks een financiële reserve opbouwen en toen ze na 1960 vanwege enkele operaties lange tijd niet kon werken, raakte ze in de schulden. In 1963 werd ze uit haar huis gezet en haar inboedel geveild. Op het mededelingenbord van de academie kondigde ze dit laatste zelf aan. De schilderes Rite Sterenberg-Gompertz en andere vrienden kwamen hierop in actie: ze konden een paar honderd tekeningen waarvoor Trompert had geposeerd opkopen en aan haar teruggeven. Gompertz en haar vrienden organiseerden ook een verkooptentoonstelling van hun eigen werk ten bate van de door hen opgerichte stichting ‘Het Kunstenaarsmodel’ – in feite een steunfonds voor Trompert.

Trompert ging aan de Van Ostadestraat inwonen bij haar moeder, die in 1952 was hertrouwd met Cornelis Wilhelmus Weteling (1885-1965). Na de dood van haar moeder en stiefvader bleef ze hier nog twaalf jaar wonen. Haar inkomen werd inmiddels aangevuld met een verzetsuitkering. In 1974 werd bij haar kanker vastgesteld. Op 1 april 1977 overleed Fie Trompert-Borghmans, 62 jaar oud. Ze werd in kleine kring begraven op de Nieuwe Ooster-begraafplaats. Omdat de rouwadvertentie haar meisjesnaam noemde maar niet haar modellennaam, ontging het veel van haar kennissen in de kunstenaarswereld dat hun model ‘Truus’ Trompert was overleden.

Reputatie en nalatenschap

In een pas in 1985 afgedrukt in memoriam voor Truus Trompert schreef Rite Gompertz: ‘Niet alleen dat zij prachtig gebouwd was en lichtend van kleur, haar sterke artistieke persoonlijkheid maakte dat, hoe zij ook poseerde, zij altijd in hoge mate inspirerend was; van grote allure en monumentaliteit. Haar inzet was zo meeslepend dat iedereen die naar haar werkte dit beter deed dan naar ieder ander model’ (gecit. Egberts, 19). Ze had ruim veertig jaar model gestaan voor tientallen aankomende en gevestigde schilders en beeldhouwers: behalve Van Pallandt onder meer ook Mari Andriessen, Hildo Krop en John Rädecker. Rädecker vereeuwigde haar als de Nederlandse maagd op het in 1956 onthulde Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam.

Buiten de kunstenaarswereld hadden modellen vaak een twijfelachtige reputatie. ‘Mensen schijnen nu eenmaal te menen dat een kunstenaarsmodel een slechte vrouw is’, merkte Trompert zelf op. Vooral controleurs van de Ziektewet en de belasting lieten haar dit regelmatig merken. Ze voelde ook haarfijn aan wanneer ze tijdens een poseersessie met dubbelzinnige ogen werd bekeken. ‘Maar je kan er precies zoveel last van hebben als je zelf wilt. […] Als je dat niet weet dan kan je niet eens naakt staan. Dan sta je hoogstens in je blootje’ (gecit. Egberts, 15).

In 1983 werd de Stichting Modern Maecenaat opgericht om de kunstwerken uit de nalatenschap van Trompert te beheren. In 1985 en 1986 werd deze collectie achtereenvolgens getoond in   Nederland, Duitsland en België, begeleid door een documentaire van Ger Poppelaars. In 1993 droeg de Stichting 547 tekeningen van 103 kunstenaars uit de jaren 1935-1969 uit de collectie-Trompert over aan het Stadsarchief en enkele andere werken aan het Amsterdam Museum.

Archivalia

Stadsarchief Amsterdam: Archiefkaarten; collectie Truus Trompert.

Literatuur

  • Rose Marie Sterenberg-Gompertz, ‘Kunstenaars helpen het model’, Het Parool, 30-12-1963.
  • H. Egbers e.a., Truus Trompert, een leven als model. Herinneringen aan het meest befaamde Nederlandse beroepsmodel in de 20e eeuw (Venlo 1985).

Illustratie

Truus Trompert, door Gerrit van der Veen, ca. 1937 (Stadsarchief Amsterdam).

Auteur: Kees Kuiken

laatst gewijzigd: 30/05/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.