© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Nannie Wiegman, Engelberts, Anna Elizabeth Wilhelmine Christine, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Engelberts [02/10/2017]
ENGELBERTS, Anna Elizabeth Wilhelmine Christine (geb. Bergschenhoek 6-9-1898 – gest. Rotterdam 1-1-1965), verpleegkundige, draagster Florence Nightingale Medaille. Dochter van Wilhelm Jodokus Mathäus Engelberts (1868-1940), predikant, en Christina Huijskes (1869-1912). Bep Engelberts bleef ongehuwd.
Bep Engelberts groeide samen met haar oudere zus op in een Nederlands-hervormd predikantengezin. Haar vader, afkomstig uit een patriciërsfamilie, was een bekend theoloog, ook buiten Nederland. De beroepen van de vader brachten het gezin in 1899 naar Den Ham in Overijssel en zes jaar later, toen Bep bijna zeven was, naar Amsterdam. Daar behaalde ze in juli 1917 haar hbs-diploma.
Het zware verpleegsterswerk
Engelberts wist al jong dat ze de verpleging in wilde en op negentienjarige leeftijd meldde zich dan ook aan als leerling-verpleegster bij het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam – buiten medeweten van haar familie, want die vond het beroep van verpleegster voor haar te zwaar. Omdat een leerling-verpleegster twintig jaar moest zijn, werd ze afgewezen. Na een jaar in het Herstellingshuis van het Amsterdamse Burgerweeshuis in Bergen aan Zee te hebben gewerkt, kon ze op 28 oktober 1918 aan de opleiding in het Wilhelmina Gasthuis beginnen – geneesheer-directeur Kuiper vond haar nu wel geschikt. Nog maar drie dagen in opleiding kreeg Bep Engelberts de Spaanse griep, voor haar familie een bevestiging van hun overtuiging dat ze niet sterk genoeg was voor het zware verpleegsterswerk. Maar ze herstelde en haalde op 16 november 1921 haar diploma ziekenverpleegster-A van het Witte Kruis. In hetzelfde ziekenhuis volgde ze de specialisatie kraamvrouwverpleging, waarvoor ze op 5 mei 1924 slaagde.
Op verzoek van het Nederlandsch Zendeling Genootschap vertrok Bep Engelberts op 9 juli 1924 naar Nederlands-Indië om Javaanse meisjes én jongens op te leiden in de verpleging, zodat ze in de zendingsziekenhuizen aan de slag konden. Na een half jaar lang taallessen Javaans en Maleis te hebben gevolgd ging ze werken in het zendingshospitaal van Modjowarna. Ze behaalde in mei 1931 haar diploma tot vroedvrouw in de kraamkliniek Mardi Santosa in Soerabaja en zette erna op diverse plekken kleine poliklinieken voor zwangeren en kraamvrouwen op. In 1938 solliciteerde ze, met succes, naar de functie van directrice in het Koningin Emma Ziekenhuis te Batavia, ook wel het ‘Tjikini Ziekenhuis’ genoemd, waar ze de opdracht kreeg de verpleging te organiseren.
De oorlog
In januari 1942 viel het Japanse leger Nederlands-Indië binnen en niet lang daarna werd Bep Engelberts samen met de andere Europese verpleegsters in het Japanse vrouwenkamp Kramat geïnterneerd. Daar richtte ze samen met geneesheer-directeur Hugo Siboga Hogerzeil een noodhospitaal op en hield ze tot september 1945 de leiding over de verpleging van de kampbewoners. Na het einde van de Japanse bezetting ging Engelberts terug naar het Tjikini Ziekenhuis, dat volkomen leeggeplunderd en verwaarloosd was. Ze hervatte de functie van directrice en nam tot 1951 opnieuw de leiding van de verpleging op zich. In 1947 kreeg ze voor haar verdiensten de Ridderorde van Oranje-Nassau.
Florence Nightingale Medaille
Terug in Nederland was Bep Engelberts tussen 1951 en 1957 directrice van het Havenziekenhuis te Rotterdam. Hier regelde ze de verpleging, de opleiding van de leerlingen en de persoonlijke zorg voor de patiënten. Haar tropencursussen waren beroemd en de verpleegstersopleiding van het Havenziekenhuis kreeg zo’n goede naam dat verpleegsters er graag bleven om verder carrière te maken.
Na haar vertrek uit het Havenziekenhuis in 1957 maakte Engelberts reizen naar Frankrijk, Congo, Egypte, Italië en Peru. Ze kon zich dat veroorloven door ter plekke in ziekenhuizen te gaan werken. Tijdens haar verblijf in Italië in 1959 kreeg ze per telegram het bericht dat ze voor haar werk tijdens en na de oorlog de prestigieuze Florence Nightingale Medaille zou ontvangen, de medaille van het Internationale Rode Kruis voor verpleegsters die zich hebben onderscheiden door buitengewone moed en toewijding. Bep Engelberts kreeg – als achtste in Nederland – dit eerbetoon vanwege haar organisatorische en verpleegkundige kwaliteiten, die ze vooral in het Jappenkamp Kramat en in de periode daarna had getoond. Zelf vond ze de medaille een overbodig eerbewijs, want ze had gewoon haar plicht gedaan. Op 17 augustus 1959 speldde koningin Juliana haar in de Rolzaal in Den Haag de medaille op.
Twee maanden later vertrok Bep Engelberts naar Nieuw-Guinea en werkte daar een paar maanden in een leprozerie. Vanaf 1962 ging haar gezondheid achteruit, maar dat weerhield haar er niet van nog een aantal grote reizen te maken. Haar laatste functie was die van waarnemend directrice van Huize Rust en Vreugd te Wassenaar.
Op 1 januari 1965 overleed Bep Engelberts in het Havenziekenhuis te Rotterdam. Toen ze op 5 januari via de hoofdingang van het ziekenhuis naar buiten werd gedragen, stonden de verpleegsters beneden in een lange rij opgesteld, de gediplomeerden in hartjesschort met blauw vest, de leerlingen in hooggesloten jurken. Het was de patiënten verboden uit de ramen te hangen. Zuster Engelberts werd gecremeerd te Driehuis-Westerveld.
Reputatie
Bep Engelberts heeft een essentiële bijdrage geleverd aan de organisatie van de gezondheidszorg en de verpleegopleiding in Nederlands-Indië. Ze was reislustig, niet bang voor gevaar en liet zich tijdens de moeilijke oorlogsjaren niet van haar missie afhouden. Door patiënten, leerlingen en artsen werd ze op handen gedragen. In 1968 richtten de besturen van het Havenziekenhuis en de Daniël den Hoed Kliniek in Rotterdam de Zuster Engelberts Stichting op. Dit opleidingsinstituut voor verpleegkundigen opende op 23 oktober 1969 zijn deuren. Het is aan het einde van de twintigste eeuw opgegaan in het ROC Zadkine.
Naslagwerk
Nederland’s Patriciaat.
Archivalia
Florence Nightingale Instituut, Culemborg: Archief Zuster Engelberts (o.a. Brieven van A.E.W.C. Engelberts aan haar opvolgster zr. Van Asbeck; Protocol begrafenis, 5-1-1965).
Literatuur
- B. Engelberts, ‘Terug in Peru’, Tijdschrift voor Ziekenverpleging 16 (1963) nr 5, 135-136.
- M. J. van Lieburg, Van zeemanshospitaal tot Havenziekenhuis. De geschiedenis van de Stichting Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten te Rotterdam (Rotterdam 1992) 83-87.
- v.V., ‘Florence Nightingale Medaille voor zr. A. E. W. Chr. Engelberts’, Tijdschrift voor Ziekenverpleging 12 (1959) nr. 16, 402.
- ‘Bep Engelberts (1898-1965)’, Florence Nightingale Instituut [URL http://www.fni.nl/bep-engelberts-1898-1965; geraadpleegd 6-9-2017].
Illustratie
Zuster Bep Engelberts, door onbekende fotograaf, jaren '50 (Florence Nightingale Instituut).
Auteur: Nannie Wiegman
laatst gewijzigd: 02/10/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.