© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Catharina Th. Bakker, Folmer, Wilhelmina Hendrika Antonia Gerardina, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Folmer [03/10/2017]
FOLMER, Wilhelmina Hendrika Antonia Gerardina (geb. Arnhem, 6-8-1907 – gest. Mechelen, België, 16-5-1996), feministisch theologe, actief in De Graal. Dochter van Anthonie Folmer (1870-1953), rijksambtenaar, en Wilhelmina Bax (1977-1961). Willemien Folmer bleef ongehuwd.
Willemien Folmer werd geboren in Arnhem, als jongste van twee dochters in een Nederlands-hervormd ambtenaarsgezin. Toen ze zes was, verhuisde het gezin naar Den Haag omdat de vader was benoemd op het ministerie van Arbeid. Na haar gymnasiumopleiding ging ze in Leiden rechten studeren – in 1931 haalde ze haar meesterstitel. In datzelfde jaar trad ze toe tot het Leger des Heils.
Leger des Heils en Graal
In Londen volgde Willemien Folmer de opleiding tot heilsofficier. Zij werd al snel ingeschakeld in het sociaal werk en de kinderbescherming van het Leger, onder meer in Middelburg en Amsterdam. In 1949 begon ze met lesgeven aan de academie voor Heilsofficieren in Amstelveen. Daarnaast gaf ze lezingen over het werk van het Leger, onder meer voor het Vrouwengilde. Intussen bleef ze zich theologisch scholen. In Londen haalde ze in 1953 het ‘certificate of proficiency in religious knowledge’, in Nederland haar mo-akte voor godsdienstonderwijs. Hierna begon ze met de studie theologie aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam.
In 1961, het jaar dat haar moeder stierf (haar vader was al in 1953 overleden), stapte Folmer over op het rooms-katholicisme en trok ze zich terug uit het Leger. Tegelijk met haar bekering sloot ze zich aan bij De Graal, een lekenbeweging van katholieke vrouwen die zich na de oorlog toelegde op maatschappelijk hulpbetoon en vormingswerk, en juist in een moderniseringsproces was beland waar Folmer zich in kon vinden. Ze nam zitting in de Werkgroep Visie. De veranderde opvattingen hielden nauw verband met het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), waar het ging over de plaats van de kerk in een snel veranderende wereld. Vaticanum II was bijna volledig een mannenaangelegenheid, maar in de derde sessie van het concilie (in 1964) werden enkele vrouwen toegelaten als toehoorster. Dit gebeurde na een verzoekschrift dat was ingediend door oud-minister Marga Klompé en Tine Govaart-Halkes. Een van de vrouwen die werd uitverkoren om het Concilie bij te wonen, was Willemien Folmer.
Vrouwen in de Kerk
Folmer, die na haar kandidaats haar studie had voortgezet aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, studeerde in juli 1964 af op een scriptie over de theologie van het Leger der Heils, bezien vanuit katholiek oogpunt. Als hoofdvak had zij dogmatiek gevolgd bij de beroemde vernieuwingsgezinde dominicaan prof. Edward Schillebeeckx. Voor haar theologische opvattingen greep Folmer terug op oude interpretaties van de Bijbel. Zij vond dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn en dat vrouwen ook een ambt zouden moeten kunnen vervullen in de Kerk, bijvoorbeeld als ‘parochieel assistente’. Ze was ook een voorstander van de oecumenische gedachte en hechtte veel waarde aan een persoonlijke beleving van de godsdienst: ‘geen van buiten geleerd geloof meer, maar een geloof dat je je eigen maakt in omgang met Christus en de Kerk en met elkaar’ (Leeuwarder Courant, 18-6-1966). Daarover botste ze met behoudende kerkgangers.
Folmer pakte haar werk als docente weer op. Ze ging aan de slag als godsdienstlerares in 1965 bij de rooms-katholieke kweekschool in Den Bosch en verhuisde naar die stad. Aan de kweekschool gaf ze onder meer les aan religieuzen die in het onderwijs zouden gaan werken. Daarnaast schreef ze onder andere een theologisch artikel over het oecumenische gehalte van charismatische geloofsrichtingen als de pinkstergemeente, die allemaal de geest van geloofsvernieuwing ademden.
Op late leeftijd sloeg Folmer nog een andere weg in: ze zocht en vond verdieping van haar geloof in het kloosterleven. Op 6 oktober 1973 werd zij als novice ingekleed in de Abdij Bethlehem te Bonheiden (België) van de Zusters Benedictinessen. Vijf jaar later legde zij haar plechtige professie af – ze nam de kloosternaam Benedicta aan. In de abdij zette Folmer haar werk als theologe voort. De contemplatieve orde beheerde een kleine uitgeverij van religieuze publicaties en Folmer kreeg de gelegenheid om mee te werken aan een serie publicaties over de Kerkvaders. Willemien Folmer stierf op 16 mei 1996, in de ouderdom van 88 jaar, in het Onze-Lieve-Vrouweziekenhuis te Mechelen.
Betekenis
Willemien Folmer was een fervent voorstandster van geloofsvernieuwing. In de jaren zestig en zeventig genoot zij in Nederland bekendheid als katholiek theologe. Dat maakte haar tot een veelgevraagd spreekster. Met haar opvattingen over de plaats van vrouwen in het kerkelijk leven had zij als docente grote invloed op haar – meest vrouwelijke – leerlingen.
Archivalia
Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen: DC – 797-GRAA Archief Vrouwenbeweging De Graal Nederland.
Literatuur
- Annelies van Heijst, Marjet Derks en Marit Monteiro, Ex caritate. Kloosterleven, apostolaat en spiritualiteit van actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland in de 19e en 20e eeuw (Hilversum 2010).
- Marjet Derks, Van Hollandse wereldbekering tot mondiale verbondenheid. Het verhaal van de Graal 1921-heden (Hilversum 2017).
Illustratie
Willemien Folmer (l) tijdens een internationale Graalbijeenkomst in het Internationale Graalcentrum De Tiltenberg, Vogelenzang, 1965. Fotograaf onbekend (Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen).
Auteur: Catharina Th. Bakker (met dank aan Zuster Mechtild Asselberg)
laatst gewijzigd: 03/10/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.