© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Eva Moraal, Graaff, Fusina Maria de, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Graaff [01/11/2017]
GRAAFF, Fusina Maria de (geb. Den Haag 8-8-1919 – gest. Den Haag 3-1-1995), directeur Kabinet der Koningin. Dochter van Jan de Graaff (1879-1952), viceadmiraal, en Helena Annetta Verloop (1884-1976). Fusina de Graaff bleef ongehuwd.
Fusina de Graaff werd geboren als jongste van twee kinderen – ze had een broer – in een Nederlands-hervormd gezin in Den Haag. Haar vader was viceadmiraal. Vanwege zijn werk verhuisde het gezin vaak. Zo groeide ze op in achtereenvolgens Den Haag, Den Helder, De Bilt, Soerabaja en weer Den Haag. Fusina ging na het gymnasium rechten studeren in Leiden – in 1940 haalde ze haar kandidaats. Vanaf 1944 was zij koerierster in de Haagse afdeling van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers, die onder leiding stond van de priester Nicolaas Gerardus Apeldoorn. In juli 1945 haalde ze haar doctoraal Nederlands recht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Kabinet der Koningin
In 1950 ging De Graaff werken voor het Kabinet der Koningin aan de Korte Vijverberg te Den Haag. Ze begon als hoofdcommies (1950-1955), een ambtenaar van middelbare rang, en kreeg vervolgens als referendaris (1955-1959) meer leidinggevende taken toebedeeld. Daarna kwam zij als secretaris (1959-1968) direct onder de directeur te werken en in oktober 1968 werd ze zelf directeur. Zo kende De Graaff bij haar aantreden als directeur het Kabinet al door en door. Bovendien was haar toewijding groot. Haar voorganger, W.F. Röell, ging nog wel eens om vier uur naar huis, maar De Graaff werkte vaak over.
De Graaff zette zich in voor een koningschap met meer dan alleen een ceremoniële betekenis, maar raakte ook in opspraak vanwege haar werkwijze. In 1975 drongen Eerste Kamerleden zelfs aan op een instructie voor de directeur omdat ze bang waren dat ze niet binnen de grenzen van haar constitutionele bevoegdheden bleef, maar de minister van Binnenlandse Zaken De Gaay Fortman zag hiertoe geen aanleiding. In 1981 ontstond er tumult rondom de publicatie van een geheim rapport uit 1943 over de omstreden politieman François van ’t Sant, een vertrouweling van koningin Wilhelmina. Vrij Nederland-journalist Hugo Arlman deed onderzoek naar Van ’t Sant maar kreeg geen toestemming tot inzage; De Graaff wilde het rapport alleen overhandigen als koningin Beatrix haar fiat had gegeven. Tot ongenoegen van De Graaff mocht Vrij Nederland het rapport inzien, zij het slechts gedeeltelijk; het weekblad stapte naar de Raad van State en werd in het gelijk gesteld.
Een langdurige kwestie onder het directoraat van Fusina de Graaff was de overdracht van het archief van het Kabinet der Koningin naar het Algemeen Rijksarchief (ARA, nu: Nationaal Archief). Vijftien jaar duurde het getouwtrek met rijksarchivaris A.E.M. Ribberink. De Graaff wist de overdracht van de (gevoelige) stukken om uiteenlopende redenen telkens weer uit te stellen: gebrek aan personeel om de verschillen tussen ‘gewoon’ en ‘geheim’ te kunnen bepalen, de slechte toestand van het gebouw van het ARA, en afspraken tussen de minister-president en de koningin. Toen Beatrix in 1980 koningin werd en het Rijksarchief datzelfde jaar het nieuwe gebouw aan het Willem-Alexanderhof betrok, kwam er beweging in de zaak. Toch duurde het nog vier jaar voor alles was overgedragen.
In haar hoedanigheid van directeur vergezelde De Graaff de vorstin op werk- en staatsbezoeken en vertoefde ze bij de koninklijke familie in hun vakantiewoning in Porto Ercole. Daarbij betrachtte ze altijd de juiste omgangsvormen, zoals ze dat ook verwachtte van anderen. Wanneer formateurs en informateurs informatie naar buiten brachten voordat de koningin daarvan op de hoogte was gesteld, tikte zij hen op de vingers.
Na haar pensionering in augustus 1984 bleef De Graaff wonen in Den Haag. Lange tijd woonde zij aan het Smidswater tegenover Marga Klompé, met wie zij goed bevriend was. De Graaff bleef altijd vrijgezel. In haar werkkamer stond een foto van een vriend die in de oorlog was omgekomen. Ze was gewoon om met ‘mejuffrouw’ te worden aangesproken. Af en toe ging ze met familie of vriendinnen op reis of bezocht ze het vakantiehuis van haar familie van vaders kant op Goeree-Overflakkee.
Fusina de Graaff overleed op 3 januari 1995 in haar woonplaats Den Haag, 74 jaar oud.
Betekenis
Als directeur van het Kabinet van de Koningin zag mejuffrouw De Graaff het als haar taak de monarchie te beschermen. Deze taak nam zij uiterst serieus. Ze wierp zich op als een ‘vurig verdedigster van de rechten van de monarchie’ (Reformatorisch Dagblad, 28-3-1992). Zelden trad ze op de voorgrond en vertrouwelijkheid had ze hoog in haar vaandel staan. Mensen die De Graaff goed kenden, prezen haar humor, maar in haar dagelijkse werk werd ze vaak ‘lastig’ bevonden. Oud-minister J. Boersma noemde haar in 1985 zelfs de ‘alternatieve koningin’ (Cramer, 48).
Naslagwerken
PDC.
Literatuur
- Rotterdams Nieuwsblad, 6-11-1940.
- Trouw, 6-7-1945.
- De Telegraaf, 4-9-1968; 14-9-1968.
- Charles P.J. van der Sluis, ‘Nicolaas Gerardus Apeldoorn 1908-1982’, Rotterdams Jaarboekje (1984) 150-159.
- Jan de Roos, ‘Vijftien jaar strijd om koninklijke papieren. Het Algemeen Rijksarchief en de koudwatervrees van het Kabinet der Koningin’, Leidsch Daglad, 13-5-1989.
- N. Cramer e.a., Het Kabinet der Koningin. Geschiedenis van het instituut en het huis aan de Korte Vijverberg (Den Haag 1991).
- M. de Bruyne ‘Het kabinet met een hoofdletter’, Reformatorisch Dagblad, 28-3-1992.
Illustratie
Fusina de Graaff, door onbekende fotograaf, jaren '40 (familiearchief).
Auteur: Eva Moraal
laatst gewijzigd: 01/11/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.