Knappert, Emilie Charlotte (1860-1952)

 
English | Nederlands

KNAPPERT, Emilie Charlotte (geb. Schiedam 15-6-1860 – gest. Santpoort 22-9-1952), godsdienstonderwijzeres, sociaal-cultureel werkster, directrice van het Leidse Volkshuis en de Amsterdamse School voor Maatschappelijk werk. Dochter van Adrianus Knappert (1830-1904), jeneverstoker, later bankdirecteur, en Arnolda Antonia Knappert (1832-1910). Emilie Knappert bleef ongehuwd.

Emilie Knappert groeide als oudste van acht kinderen op in een vrijzinnig-liberaal burgerlijk milieu – haar welgestelde ouders waren neef en nicht. Ze kon goed overweg met haar vader, die haar intellectuele en culturele vorming stimuleerde, de verhouding met haar moeder was stroef. Van kinds af aan toonde Emilie belangstelling voor godsdienstige onderwerpen, en indien dat voor vrouwen mogelijk was geweest, zou ze waarschijnlijk predikant zijn geworden, in navolging van haar oom Jan Knappert.

Na in 1882 door zelfstudie de mo-akte Frans te hebben behaald, kreeg Knappert datzelfde jaar een betrekking als lerares op een meisjespensionaat in Scheveningen. In haar vrije tijd volgde ze een opleiding tot godsdienstonderwijzeres bij de Nederlandsche Protestantenbond (NPB), met onder meer avondcursussen van Henricus Oort, de Leidse hoogleraar Hebreeuwse taal en Israëlitische oudheden. In 1885 zegde ze haar baan in Scheveningen op, trok in bij de familie Oort en ging als godsdienstlerares les geven aan jongeren uit vrijzinnig-protestantse milieus. Dit werk bleef ze tot 1898 doen.

Sociale vernieuwing in Leiden

Ten huize van Oort leerde Knappert het werk kennen van Thomas Carlyle, John Ruskin en William Morris, Britse critici van de industriële samenleving. Haar leven lang zouden hun geschriften haar als ‘wegwijzers’ dienen. De artikelen van Hélène Mercier in het Sociaal Weekblad zetten haar op het spoor van het Britse Toynbeewerk, dat de arbeidersklasse beschaving, kennis en ontspanning wilde brengen en daarmee klassentegenstellingen wilde overbruggen.

Een van de eerste initiatieven van Knappert was het opzetten van een Inrichting voor Fabrieksmeisjes (1890). Naar het voorbeeld van de Britse ‘reading-parties’ organiseerde ze twaalf vrijwilligsters die wekelijks in clubverband tien meisjes thuis ontvingen. Onder het handwerken werd voorgelezen of gepraat over serieuze onderwerpen. ‘Door vanzelfsprekende omgang met beschaafde vrouwen is er heel wat van hen te maken. Het is een aardig volkje, fris en oorspronkelijk’, aldus Knappert toen ze in 1890 door Arnold Kerdijk, voorzitter van de Staatscommissie van de Arbeidsenquête, als deskundige werd ondervraagd over Leidse fabrieksmeisjes.

In 1894 werd door toedoen van Knappert en Oort aan de Oranjegracht (nr. 70) in de ‘Leidse Jordaan’ een wijkgebouw van de NPB geopend, ‘Geloof, Hoop, Liefde’ geheten. Behalve het clubwerk voor kinderen, jongeren en zelfs volwassenen vonden er in dit gebouw ook teken- en alfabetiseringscursussen plaats, was er een bibliotheek gevestigd en werd er met succes de arbeidscoöperatie gepropageerd – zo kocht men collectief brandstof in. Toen de fabriek van de Leidse Katoen Maatschappij in 1897 door brand was verwoest, zette ze een werkverschaffingsproject voor vrouwen door vrouwen op. In 1898 introduceerde Knappert in deze volksbuurt een professionele, op Britse leest geschoeide wijkverpleging. Ook voerde ze er een ware kruistocht tegen het alcoholisme onder de arbeidersbevolking.

Knappert had weinig affiniteit met het feminisme – dat vond ze eenzijdig – maar wel vond ze dat vrouwen zich zoveel mogelijk moesten inzetten voor het algemeen belang. Ze was nauw betrokken bij de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid (1898) in Den Haag, waar ze de congressen over maatschappelijk werk en over vakopleidingen voor vrouwen voorzat. Onduidelijk is hoe ze stond tegenover de brochure van Henriëtte Roland Holst, waarin deze de organiserende dames verwijt geen arbeidersvrouwen in het bestuur te hebben en zich niet voor hen inspanden – ‘help ons eerst in het verkrijgen van de arbeidswet en de 8-urige wettelijke arbeidsdag’, vond Roland Holst. In woord en geschrift beijverde Knappert zich in deze jaren voor de aanstelling van fabrieksinspectrices, een wettelijk arbeidscontract en verkorting van de arbeidsdag voor vrouwen – in die tijd programmapunten van de vrijzinnig-democraten.

Eind 1899 werd Emilie Knappert bezoldigd directrice van het Volkshuis aan de Apothekersdijk, dat op 22 oktober zijn deuren kon openen dank zij een vorstelijke gift van de hoogleraar Romeins recht en vrijzinnig-democratisch voorman H.L. Drucker. Het Volkshuis had tot doel ‘de ontwikkeling, beschaving en levensgeluk onder de arbeidende en daarmee gelijkstaande klassen’ te verhogen. Ook hier organiseerde Knappert door vrijwilligers geleide weekclubs. Daarnaast werd er een breed scala van lessen en cursussen gegeven, deskundigen kwamen spreken over maatschappelijke en culturele onderwerpen, er werden zang- en muziekuitvoeringen georganiseerd en tentoonstellingen gehouden van ambachtelijke nijverheidsprodukten, schilderijen, bloemen en planten. Het jaarlijks terugkerende Lentefeest moest de gemeenschapszin versterken. Een tijdlang kende het Volkshuis een openbare leeszaal voor ‘werklieden’ en een bibliotheek voor jong en oud. Aan min- en onvermogenden werd de gelegenheid tot gratis rechtsbijstand geboden, en er was zelfs een uitleen van kunstreproducties.

Emilie Knappert wilde mensen niet alleen in contact brengen met cultuur, maar ook met natuur. Wat in 1909 begon als een weekendje aan zee, groeide uiteindelijk in 1911 uit tot een onafhankelijke vereniging, door Knappert ‘Buitenbedrijf’ genoemd, die zich ten doel stelde de arbeidersjeugd een week vakantie in de vrije natuur te laten doorbrengen. De meeste fabrikanten stonden sympathiek tegenover dit initiatief, al was van doorbetaling van loon toen nog geen sprake. In februari 1918 werd de eerste steen gelegd voor een vakantieverblijf voor fabrieksmeisjes onder eigen beheer: ‘De Vonk’ in Noordwijkerhout. Tot in de jaren dertig bleef ze actief in het bestuur van Buitenbedrijf.

Maatschappelijk werk

Al bij de oprichting in 1899 was Emilie Knappert door Kerdijk gevraagd directrice van de School voor Maatschappelijk Werk in Amsterdam te worden, maar ze had dit verzoek afgeslagen. Toen ze in 1915 opnieuw werd gevraagd, deed ze het wel en verhuisde naar Amsterdam. Onder haar leiding (1915-1926) maakte de opleiding een periode van consolidatie door. Knappert zorgde ervoor dat er in het curriculum aandacht kwam voor humanistische en culturele vorming en persoonlijkheidsontwikkeling.

In 1911 werd Knappert lid van de Vereeniging van Woodbrookers in Holland. In politiek opzicht voelde zij zich aanvankelijk thuis bij de Vrijzinnig-Democratische Bond, maar de ervaringen in haar werk en de opkomst van het religieus socialisme binnen de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij deden haar allengs in socialistische richting opschuiven.

Emilie Knappert was onvermoeibaar in het nemen van initiatieven op sociaal-cultureel gebied. In 1916 richtte ze samen met Annie Salomons Leven en Werken. Maandblad voor meisjes en jonge vrouwen op, een tijdschrift dat werd uitgegeven door de Wereldbibliotheek en dat zij tot 1936 samen bleven redigeren. Ook schreef Knappert voor Volksontwikkeling. Maandblad uitgegeven door het Nutsinstituut voor Volksontwikkeling. In 1928 was ze betrokken bij de oprichting van de Nederlandsche Bond van Volkshuizen, en ook in de International Federation of Settlements speelde ze een vooraanstaande rol. Voorts hield ze talloze lezingen over haar ‘wegwijzers’ – tot wie ook de dichters Dante en Wordsworth moeten worden gerekend – en de kathedraal van Chartres.

Haar laatste levensjaren woonde Knappert in het gebouw van de Arbeiders-Gemeenschap der Woodbrookers in Bentvelt, in de vleugel waar ook Henriëtte Roland Holst en het gezin van Willem Banning woonden. Op aandringen van laatstgenoemde werkte ze aan haar (niet gepubliceerde) memoires. Knappert is hierin zeer terughoudend over haar persoonlijke leven. Bovendien citeert ze veel uit eerder geschreven artikelen.

Reputatie

Emilie Knappert heeft een levensvervulling gevonden in het overdragen van cultuur aan het ‘volk’. Ontroering door de schoonheid van kunstvoorwerpen, maar ook het eenvoudigweg genieten van de natuur hadden voor haar vooral opvoedende waarde. Ze was klein van postuur, maar niettemin ondernemend en wilskrachtig: een zeer gedisciplineerde persoonlijkheid, die hoge eisen stelde aan zichzelf en aan haar medewerksters en een hekel had aan het verkwanselen van beginselen. Reeds tijdens haar leven, maar met meer nadruk nog na haar dood in 1952, werd zij geëerd als een van de pioniers van het sociaal-cultureel werk in Nederland.

Naslagwerken

BLGNP; BWN; BWSA.

Archivalia

  • Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam: Archief-E.C. Knappert [inclusief haar ‘Mémoires’].
  • Erfgoed Leiden en Omgeving: Archief Leidse Volkshuis.

Publicaties

Zie J.J. Kalma, Emilie Charlotte Knappert (1860-1953). Pionier der volksontwikkeling. Bibliografie van en over haar (Leeuwarden 1987).

Literatuur

  • ‘Mejuffouw E.C. Knappert’, De Hollandsche Revue 20 (1915) 537-547.
  • H.G. Cannegieter, ‘Emilie Knappert’, Morks Magazijn 50 (1924) nr. 2, 449 e.v.
  • J.G. van Dillen red., Maatschappelijk werk. Opstellen aangeboden aan Emilie Knappert op haar zeventigste verjaardag (Amsterdam 1930) 231-276.
  • W. Banning, ‘Emilie C. Knappert’, Tijd en Taak, 27-9-1952.
  • Annie Salomons, ‘Mejuffouw E.C. Knappert’, Maatstaf 4 (1956) 24-32.
  • M. de Meijer-van der Waerden, Zoekt een ster niet te ver. Ter herdenking van het honderdste geboortejaar van Emilie Charlotte Knappert, 1860-1952 (Amsterdam 1960).
  • Jaak Slangen, ‘De oprichters. Emilie Charlotte Knappert (1860-1952) […]’, in H. Kramers [e.a.], Het Leidse Volkshuis. Geschiedenis van een stichting sociaal-kultureel werk (Leiden 1982) 97-108.
  • Herman Nijenhuis, Werk in de schaduw. Club- en buurthuizen in Nederland, 1892-1970 (Amsterdam etc. 1987).
  • Rob Neij en Ernest Hueting, De opbouw van een sociaal-agogische beroepsopleiding 1899-1989 (Zutphen 1989).
  • Mieke Lunenberg, ‘E.C. Knappert (1860-1952). “Van allen vrij, aan allen dienstbaar”’, in: Mineke van Essen en Mieke Lunenberg red., Vrouwelijke pedagogen in Nederland (Nijkerk 1991) 49-61, 204-205.
  • Peter Otgaar en Jolande Otgaar-van Schaik, ‘Emilie Charlotte Knappert (1860-1952)’, in: Met hart en ziek. Honderd jaar welzijnswerk in het Leidse Volkshuis 1899-1999 (Maarssen 1999) 30-41.

Illustratie

Portretfoto door J. Goedeljee, eind 19de eeuw (Coll. Erfgoed Leiden en omgeving).

Auteur: Jaak Slangen

 

laatst gewijzigd: 03/09/2015

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.