Koller, Anna Maria (1906-1994)

 
English | Nederlands

KOLLER, Anna Maria, vooral bekend als Annemie Wolff, ook bekend onder het pseudoniem Marianne (geb. Laufen an der Salzach, Duitsland 27-12-1906 – gest. Amsterdam 2-2-1994), fotografe. Dochter van Heinrich Koller (1881-1945), beroepsmilitair, en Maria Apollonia Gundel (1885-1959). Annemie Koller trouwde op 7-6-1932 in München met Helmuth Egon Wilhelm Wolff (1895-1940) architect, fotograaf. Het huwelijk bleef kinderloos.

Annemie Koller werd op 27 december 1906 geboren in Laufen (Beieren) als Anna Maria Gundel, tweede kind van de ongehuwde katholieke Maria Gundel. Haar vader Heinrich Koller, beroepsmilitair in het Beierse leger, erkende Annemie en haar broer Heinz vijf weken na haar geboorte. De ouders trouwden in 1910, waarna het gezin zich in München vestigde. Annemie behaalde haar gymnasiumdiploma aan een katholiek meisjesinternaat bij Berchtesgaden. Naar eigen zeggen volgde ze daarna een vakopleiding in de fotografie bij een uitgeverij in München en ging ze werken als fotografe. In juni 1932 trouwde Annemie Koller met de bijna twaalf jaar oudere architect Helmuth Wolff.

Foto Kolff

In mei 1933 vluchtten Annemie en Helmuth Wolff naar Nederland omdat Helmuth als jood niet meer in Duitsland kon functioneren en er – op valse gronden – een arrestatiebevel tegen hem was uitgevaardigd. Ze woonden eerst enkele maanden in Laren en vestigden zich in augustus 1933 aan de Stadionweg (nr. 12) in Amsterdam. Annemie Wolff leerde haar man de fijne kneepjes van de fotografie. Zij vormden samen Foto Kolff. In 1935 verhuisde het echtpaar naar de Noorder Amstellaan (nr. 157) (de huidige Churchill-laan), waar zij op de zolderetage hun donkere kamers inrichtten. Voor geïllustreerde tijdschriften in binnen- en buitenland maakten ze reportages over Nederland, voor particulieren portretten en voor bedrijven reclamefotografie. Zo verzorgden ze de publiciteitsfotografie voor de firma van Otto Frank – Anne’s vader –, de Nederlandsche Opekta Maatschappij. Vaak fungeerde de fotogenieke Annemie Wolff zelf als model; haar foto sierde menig omslag.

Annemie Wolff en haar man voelden zich thuis in Amsterdam en hadden succes met hun werk. Na een ontmoeting met grafisch ontwerpster Fré Cohen, omstreeks 1935, volgden vele opdrachten voor de Amsterdamse Gemeente Handelsinrichtingen, waar behalve de Amsterdamse haven, ook Schiphol onder viel. Ook met Cohen zelf werkten ze samen. Vanaf 1936 schreef en fotografeerde Annemie Wolff onder het pseudoniem Marianne voor een kookrubriek in het nog nieuwe damesblad Libelle. Daarnaast was ze vaste medewerkster van het in 1937 door Helmuth opgerichte maandblad Kleinbeeld-foto, van kinofilm tot zes bij zes, dat de spreekbuis werd van de amateur- en beroeps-kleinbeeldfotograaf. Hun woning was het redactieadres. Vanaf augustus 1937 maakten zij hun eerste buitenlandse reportages. Na een bezoek aan de Wereldtentoonstelling in Parijs volgden reizen door Algerije en Marokko. In hun reportages toonden ze het landschap en de straathandel, maar portretteerden ze vooral de bevolking. In mei 1938 maakten zij in opdracht van de Rotterdamsche Lloyd foto’s tijdens een bootreis naar Egypte. Op de tentoonstelling Kleinbeeld ’39 (1939) in Arti et Amicitiae in Amsterdam werd werk getoond van de abonnees van het tijdschrift, onder wie prins Bernhard, die zij samen een rondleiding gaven.

Verzetsfoto’s

Na de Duitse inval deden Annemie en Helmuth Wolff in de nacht van 14 op 15 mei 1940 een poging een einde te maken aan hun leven. Ze werden de volgende ochtend ontdekt door het dienstmeisje en naar het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis vervoerd, waar Helmuth overleed. Annemie werd gered en keerde na een week terug naar huis. Ze was toen 33 jaar en moest als jonge weduwe haar leven weer op de rails zien te krijgen. Grote opdrachtgevers, zoals de Amsterdamse gemeente, vielen weg, maar ze bleef werken voor Libelle, waar ze voortaan publiceerde onder de naam A.M. Koller. Vanuit Berlijn ontving ze brieven over de ondergang van Helmuths familie en ook om haar heen in Amsterdam verdwenen dierbaren. Zelf nam ze onderduikers in huis en hielp waar mogelijk het verzet met haar fotografie.

In 1943 stopte Annemie Wolff met haar werk voor Libelle. Zij richtte in haar woonkamer een fotostudio in waar zij tussen 1943 en 1945 honderden mannen, vrouwen en kinderen portretteerde. Veel foto’s werden gemaakt in opdracht van mensen die op transport moesten – ze dienden als aandenken. Maar ook maakte Wolff portretfoto’s voor valse identiteitsbewijzen en als bewijsvoering in de ‘Calmeyer-dossiers’, genoemd naar de Duitse ambtenaar die verzoeken om herziening van de registratie als jood behandelde. Hierbij probeerde men vaak ook door middel van foto’s te bewijzen geen ‘echte’ jood te zijn. Wolff manipuleerde de foto’s door onder meer het haar en de huid wat lichter af te drukken.

Het kasboek van Annemie Wolff laat zien dat het aantal geportretteerden eind 1944 plots naar beneden ging en dat ze kort daarop helemaal stopte met de portretfotografie – waarschijnlijk maakten de omstandigheden van de Hongerwinter haar het werk te moeilijk. In het laatste oorlogsjaar fotografeerde ze nog wel voor De Ondergedoken Camera, de verzetsorganisatie die de bezetting documenteerde. Uit getuigenissen blijkt dat Wolff eveneens deel uitmaakte van verschillende andere verzetsorganisaties, waaronder de Vrije Groepen Amsterdam. Zelf heeft zij later nooit meer over de oorlog en haar rol in het verzet willen spreken.

Na de oorlog

Op 2 mei 1945 fotografeerde Annemie Wolff op Schiphol de droppings van voedselpakketten. Na de Bevrijding hervatte ze haar activiteiten voor de gemeente Amsterdam. Ze begon met de fotografie van de totaal verwoeste haven, maar ze werd vooral de chroniqueur van de herrijzenis van de Amsterdamse haven en Schiphol. In een vaste stijl van hoge kwaliteit registreerde zij de scheepvaart, handel en infrastructuur en de bloei van het Oostelijk Havengebied. Ook ging ze werken voor Margriet: ze leverde tekst en fotografie voor een kookrubriek en in 1953 publiceerde ze onder de naam Marianne het eerste Margriet Kookboek. In 1950 werd Annemie Wolff Nederlands staatsburger.

Toen in 1963 een conflict ontstond over de betaling van haar foto’s stuurde de boekhouder van de Gemeentelijke Dienst aan Annemie Wolff een briefje met de tekst: ‘Wij wensen niet langer gebruik te maken van uw kleurenplaatjes, wij hebben zelf een camera gekocht’ (Archief M. Kaltenschnee). Daarmee kwam er een einde aan een 28 jaar durende freelance relatie. Wolff was woedend en verspreidde het gerucht dat zij haar volledige negatievenarchief had vernietigd.

Na haar pensioen, in 1971, raakte Annemie Wolff geen camera meer aan en zweeg over haar carrière. Haar werk raakte in de vergetelheid. Zij overleed op 2 februari 1994, 87 jaar oud, in haar woonplaats Amsterdam.

Betekenis

In 2002 werd het werk van Annemie Wolff herontdekt: Monica Kaltenschnee, de kleindochter van een vriendin van Wolff, bleek vijftigduizend negatieven en honderden afdrukken in uitstekende staat te bezitten. Van januari 1943 tot oktober 1944 moet Wolff vele honderden portretten hebben gemaakt. Slechts de eerste honderd fotorollen, tot eind september 1943, zijn bewaard gebleven.

Het Amsterdamse Scheepvaartmuseum toonde in 2003 Wolffs foto's van de haven. In 2011 werd de Stichting Annemie en Helmuth Wolff opgericht om het onderzoek naar leven en werk van het echtpaar te bevorderen. Op basis van het kasboek, archiefonderzoek en contact met nabestaanden begon men met het identificeren van de personen op de foto’s uit 1943 en het reconstrueren van hun verhaal. Het ging daarbij om 440 geportretteerden, van wie historica Tamara Becker en antropologe An Huitzing twee derde wisten te identificeren; 196 van de geïdentificeerden bleken van joodse komaf. Voor zover nu is na te gaan, overleefden 143 van hen de oorlog. Zeker is dat mede door Wolffs activiteiten velen zijn ontkomen aan vervolging door de nazi’s.

In 2017 wijdde het Nationaal Holocaust Museum i.o. in Amsterdam een tentoonstelling aan het volledige werk van Annemie en Helmuth Wolff. Hierbij verschenen twee publicaties.

 

Archivalia

Archief Monica Kaltenschnee, Haarlem: o.a. kasboek, opzegbrief Gemeente Amsterdam.

Zie verder: Kool 2017.

Literatuur

  • Simon B. Kool, Uit de vergetelheid. De herontdekte fotografie van Annemie en Helmuth Wolff (Eindhoven 2017) [met literatuur].
  • Tamara Becker en An Huitzing, Op de foto in oorlogstijd. Studio Wolff, 1943 (Eindhoven 2017).

Illustratie

Annemie Wolff-Koller, eind jarenn dertig 1937, door Helmuth Wolff (copyright Monica Kaltenschnee).

 

Auteur: Simon B. Kool

laatst gewijzigd: 03/04/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.