6.5. Ziekenfondsen 1941-1945
Onder Duitse druk werd op 1 november 1941 het Ziekenfondsenbesluit ingevoerd. Gezinnen beneden een loongrens van Fl. 3.000 per jaar waren voortaan verplicht verzekerd bij een ziekenfonds. Het verstrekkingenpakket was voor die tijd royaal.
Ziekenfondsen die mee wilden doen moesten eerst erkend worden door het ministerie van Sociale Zaken. Fondsen die niet aan de eisen voldeden, moesten liquideren. Het aantal ziekenfondsen daalde van 637 naar 204. Daarvan waren er: 77 maatschappijfondsen, 61 onderlinge fondsen, 37 ondernemingsfondsen, 16 directiefondsen en 13 fondsen van onbestemde aard.
De ziekenfondsen kwamen onder toezicht van het Staatstoezicht op de Ziekenfondsen. Aan het hoofd daarvan stond een Commissaris. Daarnaast was er een ambtelijk apparaat.
Mensen die niet in loondienst waren, maar beneden een zekere welstandsgrens zaten, konden zich vrijwillig bij een ziekenfonds verzekeren.