Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01531
11-03-1960
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
De notitie bevat een eerste analyse van de versnellingsvoorstellen van de Europese Commissie, met name w.b. de tariefs- en contingentsmaatregelen.
Op 27 februari heeft de EC een voorstel ingediend ter versnelling van de uitvoering van het EEG-verdrag, waarin mede een compromis werd gezocht tussen de Nederlandse en Franse voorstellen. Voorgesteld wordt dat de onderlinge tariefsverlagingen voorzien per 1-7-1960 en 31-12-1961 te brengen op 20% i.p.v. 10%, het toekomstige buitentarief voorlopig te verlagen met 20% en de eerste aanpassing van de tarieven der EEG-landen aan het EEG-buitentarief te laten plaatsvinden op 1-7-1960 i.p.v. 18 maanden later en wel met 20%.
Comclusie is dat het versnellingsvoorstel voor Nederland aantrekkelijk is . De belangrijkste vraag die gesteld moet worden is in hoeverre aanvaarding van het Commissievoorstel afhankelijk kan worden gesteld van de reacties van de EFTA-landen. De Coördinatiecommissie zal bij een negatieve reactie een voor Nederland te volgen gedragslijn moeten opstellen. Hiervoor zijn er drie opties: 1) het Commissievoorstel wordt door Nederland toch aanvaard, 2) het Commissievoorstel wordt verworpen, zodat men terugvalt op de normale uitvoering van de verdragsregels, 3) Nederland zal trachten te bemiddelen bij het vinden van een tussenoplossing: aan de zeven zou duidelijk kunnen worden gemaakt dat bepaalde elementen van het Commissievoorstel ook voor hen aantrekkelijk zijn.