Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02816
18-02-1977
Actoren
Brief
Samenvatting
Callaghan aan Den Uyl over de Europese Raad.
Net als Giscard waardeert hij de vrije gedachtenwisseling in de Raad en heeft hij geen behoefte om dit al te zeer te formaliseren. Bovendien moet het geen beroepsinstantie worden voor de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken. Slechts bij uitzondering kan de ER beslissingen nemen.
1. De ER dient een mix te blijven van algemene informele discussies zonder verslagen of conclusies en discussies specifieke onderwerpen waarvoor beslissingen of publieke verklaringen nodig zijn.
2. Voor de Raad dient drie weken van de tevoren een agenda te circuleren. De reguliere agendapunten zijn de economische en monetaire situatie, externe relaties en interne Gemeenschapszaken. Het Voorzitterschap moet bepalen of er een korte nota vooraf nodig is als discussiestuk.
3. Voor onderwerpen waarover een besluit moet worden genomen dient vooraf een nota te worden voorbereid.
4. De ministers van Buitenlandse Zaken zijn in de regel verantwoordelijk voor de voorgereiding van de ER-bijeenkomsten en zouden in de regel vooraf moeten bijeenkomen.
6. Formele communiqué dienen niet als regel te worden vastgesteld en alleen wanneer speciale verklaringen zijn voorbereid of wanneer belangrijke beslissingen moeten worden aangekondigd.