Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4. Voorbereiding Europese Raad op 21 en 22 maart 1983.
Volgens Van Eekelen wordt het een moeilijke bijeenkomst omdat alle aan de orde zijnde onderwerpen aan elkaar gekoppeld zijn. Een daarvan is het Britse compensatieprobleem. Dit zou door het ontwikkelen van nieuw beleid kunnen worden opgelost, maar dit wordt door bijna niemand als oplossing gezien. Anderzijds is een interimoplossing denkbaar. Het gevaar is echter dat bij het uitblijven van een structurele oplossing de Britten niet of nauwelijks zullen meewerken aan de oplossing van andere dossiers zoals het Groenboek.
Lubbers meent dat de prioriteit moet zijn een zo goed mogelijke beheersing van de landbouwuitgaven om toe te groeien naar een deal waarin een bescheiden oplossing voor het Britse probleem wordt gevonden. In een latere fase zou het acquis communautair voor mediterrane producten en de uitbreidingsproblematiek aan de orde moeten komen. Van Eekelen verwacht echter dat dit op verzet zal stuiten van Frankrijk en Italië, die vinden dat de noordelijke lidstaten door het gemeenschappelijk landbouwbeleid al ruimschoots aan hun trekken komen. Hij meent dat ofwel de eigen middelen verhoogd moeten worden om de marktordening voor olijfolie te kunnen betalen, of dat een heffing op oliën en vetten moet worden ingesteld. Nederland heeft dit laatste tot dusverre afgewezen.
Zie ook