Rooms-koning Willem II beleent Willem abt van Sint Truiden en diens opvolgers met de voogdij over de goederen en de lieden van de abdij in en om Aalburg, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor één mark zilver; hij belooft de abdij en haar onderhorigen tegen allen in bescherming te nemen.
Die abdt van Sinte Truden. – (Boven nr. 21:) Idem.
Aengaende de goeden ende luyden van Sint Truyen in Aelburch ende de dorpen daeran gelegen, gegeven den abt van Sint Truyen.
De Latijnse oorkonde van graaf Willem II wordt gevolgd door een Middelnederlandse vertaling, met het opschrift: Transcriptum huiusdem littere in Teutonico. Een en ander stond blijkbaar aldus in het verloren primaire register A. Aldaar stond ook al de foutieve datering op het jaar 1200, welke in afschrift C door een latere hand is gecorrigeerd (door na het jaartal Mo CCo het cijfer L toe te voegen).
Zie de editie in OHZ, alwaar tevens de beide afschriften in B en C staan afgedrukt, onder de siglen DDDD en EEEE.
Tussen de Latijnse tekst en de vertaling staat in beide afschriften een lijst van dorpen; genoteerd in kolommen en gevat in een cartouche. Deze notitie luidt (de tekst naar B): ¶ Dit sien die dorpe die tote Aleborgha behoren: Aelborch,b Herp, Baernec, Hoesdoen, Haesbeen, Doeveren, Ghendre, Eetend half, Babelonien die kerke aliene ende die tiende half, Baerdwijce die kerke ende die tiende.