Rasmussen, Helene Dorothea Catharina (1892-1980)

 
English | Nederlands

RASMUSSEN, Helene Dorothea Catharina, vooral bekend als Lola Cornero (geb. Kiel, Duitsland 30-3-1892 – gest. Amsterdam 6-5-1980),  actrice en zangeres. Dochter van Hans Detlev Rasmussen (1862-?), scheepskapitein, en Auguste Maria Magdalena Fahrenkrug (1869-?). Helene Rasmussen trouwde op 24-12-1925 in Amsterdam met Henri Tas (1888-1961), diamantair. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Helene Rasmussen werd geboren in Kiel als dochter van een Deense vader en een Duitse moeder. Omdat haar vader scheepskapitein was, kreeg ze een internationale opvoeding: ze bezocht scholen in Finland, Duitsland, Schotland, Frankrijk en Engeland. Helene stond al op haar veertiende op de planken en trad in 1908 met een Duits toneelgezelschap in Manchester op in Der Weg zur Hölle, een klucht van Gustav Kadelburg. Na enkele jaren Frankrijk en (opnieuw) Engeland, waar ze bij het vaudeville-theater speelde, ging Helene Rasmussen in november 1915 naar Amsterdam om daar als zangeres haar geluk te beproeven. Nog hetzelfde jaar kreeg ze een relatie met Henri Tas, een gefortuneerde diamantair met zaken in Parijs, Londen, Antwerpen en New York.

Lola Cornero

Eind 1915, kort na aankomst in Nederland, werd Rasmussen op het terras van De Kroon op het Rembrandtplein aangesproken door Maurits Binger, dé filmman van die jaren, die haar een rol aanbood in zijn film Vogelvrij/Gelijk de vogelen des hemels, waarin ook Annie Bos speelde. De film werd geproduceerd in 1915 en ging op 31 maart 1916 in première. Intussen had Rasmussen de artiestennaam Lola Cornero aangenomen – naar een personage uit Der Weg zur Hölle – en in korte tijd Nederlands geleerd: ‘zij spreekt zo vlot en zo mooi als de elegantste Hollandsche’, schreef een journalist na haar eerste stappen in de Nederlandse showbizz (Wolf 1916, 74). Bij Bingers Filmfabriek Hollandia speelde ze vervolgens tussen 1916 en 1920 in tal van zwijgende films, waaronder Toen het licht verdween (1918) en De kroon der schande (1918).

In januari 1916 debuteerde Cornero ook als cabaretzangeres, en haar vertolking van Amerikaanse ragtimes was een doorslaand succes. Met haar ‘gracieuse verschijning’ en ‘vrijmoedige voordracht’ gold ze al snel als een van Nederlands populairste cabaretartiesten (Wolf 1916, 74, 76). Ze trad in de zomer van 1916 op in het Cabaret in Scheveningen en de Kurzaal in Zandvoort en brak met liedjes als She is a lady, thumbs up! door bij het publiek. In advertenties werd ze aangeprezen als ‘Vaudeville Star from the U.S.A.’, hoewel het onduidelijk is of ze daar ooit heeft gewoond (Algemeen Handelsblad, 20-11-1916). Lola Cornero, volgens een recensent ook een ‘uitstekende conférencière’, werkte daarna nog bij Nap de la Mar en het cabaret van Jean Louis Pisuisse, waar ze haar latere hartsvriendin, cabaretière Fie Carelsen leerde kennen. Vanaf 1920 maakte ze naam als operette-diva. Zo trad ze in de Groote Schouwburg in Rotterdam op naast diva Beppy de Vries als Marietta in Die Bajadere (1924) en werkte ze vijf jaar bij het Nederlands Operettegezelschap van Jacques van Bijlevelt.

Comfortabel leven

Na tien jaar verloving trouwde de in 1921 tot Nederlandse genaturaliseerde Lola Cornero in december 1925 met Henri Tas. Het paar betrok een woning aan de De Lairessestraat (nr. 90) in Amsterdam – daarvoor woonde Cornero op diverse adressen. Omdat Tas geen operette-ster als echtgenote wenste, had Cornero een maand voor haar huwelijk afscheid van haar publiek genomen: na haar laatste optreden in de operette Een Champagnedroom werd ze overladen met applaus en bloemen en sprak Jacques Bijlevelt namens publiek en collega’s de wens uit dat Cornero na haar ‘verlof’ zou terugkeren (Het Vaderland, 17-11-1925). Dat gebeurde al vier maanden na haar huwelijk, toen Lola Cornero in de laatste voorstelling van Uschi van het Nederlands Operettegezelschap verscheen, een paar maanden later gevolgd door een optreden in de operette De Wonderpop. In dat ‘onbeduidende stuk met louter clownerie en grappen’ wist de getalenteerde Cornero haar ‘weinig levensechte rol’ toch inhoud te geven, aldus een recensent (Den Hertog). In de jaren daarna was Cornero te zien in Monsieur Topaze (1929) en Grand Hotel (1930) van het Nederlandsch-Indisch Tooneel.

Haar laatste rol speelde Lola Cornero in 1931 in het toneelstuk De man die beslag legt van de Koninklijke Vereeniging van het Nederlandsch Tooneel (KVNT). Hierna trok de bijna veertigjarige Cornero zich definitief uit het theaterleven terug en leidde ze een comfortabel bestaan: ze ging uit – eind jaren vijftig was ze iedere avond in de bioscoop te vinden – reisde veel en speelde graag golf. Sporadisch dook ze nog wel eens op in de publiciteit. Zo was ze in 1959 te gast in het tv-programma De Oude Draaidoos van Simon van Collem, die een fragment uit Toen het licht verdween uit de filmarchieven had opgedoken, en werkte ze in 1967 mee aan Namen die je nooit vergeet, een reeks van vier tv-programma’s van Wim Ibo over het Nederlandse cabaret.

In 1972 vierde Lola Cornero haar tachtigste verjaardag met een cocktailparty in het Amsterdamse Amstel Hotel haar man was al in 1961 overleden. In 1975 moest ze ook afscheid nemen van Fie Carelsen, met wie ze bijna zestig jaar bevriend was. De laatste jaren van haar leven was Cornero slecht ter been en verliet ze nog maar zelden haar Amsterdamse flat, waar ze twee gezelschapsdames had. Op 6 mei 1980 overleed Helene Tas-Rasmussen, vooral bekend als Lola Cornero, in de ouderdom van 88 jaar. Drie dagen later werd ze in het crematorium Velsen in Driehuis (Westerveld) gecremeerd.

Reputatie

Lola Cornero was dé ster van de Nederlandse stomme film. Ze speelde vaak de rol van mondaine dame of vamp en was met haar gewaagde kleding en lage decolletés een opvallende verschijning. Ooit werd ze een Amsterdams café uitgegooid: ‘Ik was te bloot en ik rookte, wat dames toen niet deden’, vertelde ze later (Leeuwarder Courant, 29-6-1972). Omstreeks 1919 schilderde Isaac Israels een portret van haar op een terras in Scheveningen en society-fotograaf Jacob Merkelbach fotografeerde haar in zijn studio in Amsterdam. Zelf noemde Cornero haar films jaren later primitief en slecht gemaakt, haar eeuwige rol als femme fatale vond ze vreselijk en haar filmcarrière noemde ze ‘een gezellige schnabbel’ (Van der Meyden 1959 en 1972).

Naslagwerken

Honig; Persoonlijkheden [Tas-Rasmussen].

Archivalia

Stadsarchief Amsterdam, archief- en persoonskaarten en gezinskaart.

Werk

Een overzicht van de films en toneelstukken waarin Lola Cornero optrad en de gezelschappen waarbij ze speelde in: Honig, 179.

Literatuur

  • ‘Midland Theatre. German company in farce. Der Weg zur Hölle’, The Manchester Courier, 16-5-1908 [recensie].
  • N.H. Wolf, ‘Het Centraal Theater weer Internationaal Cabaret’, De Kunst, 18-11-1916, 73-76 [recensie].
  • Algemeen Handelsblad, 20-11-1916.

  • ‘Vijfde Amsterdamsch Kunstenaarsfeest’, De Kunst, 10-2-1917, 217-221.
  • N.H. Wolf , ‘Dansavond’, De Kunst, 17-3-1917, 281-282.
  • Henri Borel, ‘Bioscoop-Vermaak’, De Kroniek, 4 (1918) nr. 4, 106-108.
  • Edmond Visser, Het Nederlandsche Cabaret (Leiden 1920) 128-131.
  • Voorwaarts, 28-2-1924 [recensie].
  • ‘Afscheid van Lola Cornero’, Het Vaderland, 17-11-1925.
  • Het Vaderland, 2-1-1926.
  • A. den Hertog, ‘Vaderlandsche kunst. Tooneelnotities. Lola Cornero als actrice’, De Hollandsche revue, ca. 1-1-1927, 942.
  • Simon van Collem, ‘Uit de droomfabriek van Maurits Binger’, Algemeen Handelsblad, 2-10-1958.
  • Henk van der Meyden, ‘Zij komen terug: Fien de la Mar, Lola Cornero, Fie Carelsen’, De Telegraaf, 22-8-1959.
  • Henk van der Meyden, ‘Lola Cornero is bijna tachtig’, De Telegraaf,  9-3-1972.
  • ‘Moeders zeggen: kind, dat droegen wij vroeger ook al’, Leeuwarder Courant, 29-6-1972.
  • Piet Koster, ‘Zes dikke delen had ik ervan kunnen maken’, Het Vrije Volk, 16-1-1985 [interview met Piet Hein Honig].
  • Henk van Gelder, ‘Knipsels en foto’s over elf theater-coryfeeën’, NRC Handelsblad, 25-11-1985.

Illustratie

Lola Cornero, door Jacob Merkelbach, 1913 - 1930 (Rijksmuseum, Amsterdam).

Auteur: Marie-Cécile van Hintum

laatst gewijzigd: 30/09/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.