23/01/1629

 
English | Nederlands

23 - 01 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Pieter Heijn, generaal van de WIC, en admiraal Lonck compareren en krijgen door de griffier de gouden ketens omgehangen, zoals beslist was op 15 jan. President Beaumont deelt hun mee dat zij bovendien met een gouden medaille of triomfpenning, geslagen ter nagedachtenis van de verovering van de Spaanse zilvervloot, zullen worden vereerd.
De gouden keten voor Pieter Heyn weegt 35 once en veertien engels en is 1.303 gld. 1 st. waard waarbij voor één once 36 gld. 10 st. is gerekend. Daarbij wordt gevoegd het model van 50 gld. tegen 28 st. per once. Keten en model voor Heyn bedragen 1.353 gld. De gouden keten voor Lonck weegt zestien once en vier engels en is 591 gld. 6 st. waard tegen 36 gld. 10 st. per once. Hierbij opgeteld het model van 22 gld. 10 st. tegen 28 st. per once, maakt samen 613 gld. 16 st. HHM verlenen Mirou op diens verzoek ordonnantie voor de twee ketens en de modellen.

2 Henricius Hondius toont HHM een door hem in koper gesneden portret van Pieter Heyn. HHM nemen het portret aan en besluiten het op satijn te laten afdrukken en in rollen als geschenk te geven aan elk van de aanwezigen.

3 HHM kennen Robbrecht Robbertsz. le Canu, schoolmeester van de grote zeevaart, 300 gld. toe, te weten 100 daalder voor vier jaar achterstallig traktement sinds het hem in 1616 werd toegekend, en nog eens 100 daalder traktement voor dit jaar.
HHM verlenen ordonnantie voor dit bedrag bij de Admiraliteit in het Noorderkwartier .

4 Laurentius Fabricius, een jongeman uit Antwerpen, verzoekt HHM om een sauvegarde om gedurende zes maanden in Zevenbergen te mogen wonen.
Het verzoek gaat naar de RvS voor advies.

5 HHM kennen Barbara Botlers, dochter van wijlen luitenant-kolonel Thomas Botler, 100 gld. per jaar toe, ingang nemende vanaf 1 feb. 1628, omwille van de lange en trouwe dienst van haar vader.

6 HHM verlenen Anthony Henrixsz. van Ommeren, particulier essayeur van de Munt van Holland, ordonnantie van 42 pond, te weten 36 pond voor twaalf dagen verblijfskosten en 6 pond vervoerskosten voor de tijd dat hij op last van HHM in 's- Gravenhage verbleef.

7 HHM stellen de griffier het verzoek van Michiel Poppen, bode tussen Amsterdam en Keulen, om betaling van 147 gld. 5 st. aan briefport ter hand om dit nader te onderzoeken en er verslag over uit te brengen.

8 De Raad van Vlaanderen adviseert d.d. 30 nov. 1628 op het verzoek van vrouwe Franceline degli Assettadi, dat zij ontvangen hebben op 25 okt. 1628.
HHM stellen de RvS het advies en het verzoek ter hand om te adviseren.

9 In afwezigheid van de naar Enkhuizen vertrokken Brunincx brengen Noortwijck en Schaffer rapport uit over de stukken die door Joost Brasser ingediend zijn aangaande de geschillen tussen hem aan de ene kant en Gunter, secretaris van de koning van Denemarken, en, na diens vertrek, resident Schultetus aan de andere kant, over het bekendmaken van de particuliere betaling aan de voormalige resident Vosbergen.
HHM zijn van mening dat Brasser de eerdere resolutie d.d. 12 sept. 1628 is nagekomen en zo wat het publiek zou raken, heeft tenietgedaan. De verdere geschillen die er nog mogen bestaan tussen de beide partijen worden doorverwezen naar het gerecht van Amsterdam, met aanbeveling om de kwestie zo snel mogelijk af te handelen. Als resident Schultetus de zaak wil vervolgen, zal het genoemde gerecht voorschrijven worden verleend om de afdoening te bespoedigen.

10 HHM lezen een schriftelijke verklaring d.d. 19 jan. van Cornelis Claesz. uit Amsterdam, knecht op het veer naar Haarlem, afgelegd voor burgemeesters en regeerders van eerstgenoemde stad, aangaande het tragische ongeluk bij het overvaren van de koning van Bohemen, diens zoon en hun gevolg.
HHM vragen het Hof van Holland om de lakei van de koning en de knecht van de heer van Schagen, twee overlevenden van het ongeluk, te horen en de genoemde Claesz. met hun verklaring te confronteren, om de waarheid over het ongeluk te achterhalen.