S00333
06-02-1956
Actoren
Notulen Ministerraad
Samenvatting
18. De Europese samenwerking op het gebied van de kernenergie (Nota Commissie voor Atoomenergie, aangeboden door de minister-president, 27-1-1956, no. 44556 en advies Reactor Centrum Nederland, toegezonden door minister van EZ, 17-1-1956, no. 1264)
Beyen deelt mee dat indien het komt tot een supranationale oplossing, die een regeling van de zes landen zal zijn. Of deze oplossing wordt gekozen hang af van de vraag of Duitsland en Frankrijk hiertoe bereid zijn.
Zijlstra meent dat als er geen supranationaal orgaan komt, Nederland van harte in de OEEC aan de samenwerking zou moeten meedoen.
De gedachten in de raad gaan in de richting van een supranationaal Euratom. Zolang dit nog niet tot stand komt, werkt Nederland verder aan een overeenkomst met Engeland.
Beyen deelt mee dat indien het komt tot een supranationale oplossing, die een regeling van de zes landen zal zijn. Of deze oplossing wordt gekozen hang af van de vraag of Duitsland en Frankrijk hiertoe bereid zijn.
Zijlstra meent dat als er geen supranationaal orgaan komt, Nederland van harte in de OEEC aan de samenwerking zou moeten meedoen.
De gedachten in de raad gaan in de richting van een supranationaal Euratom. Zolang dit nog niet tot stand komt, werkt Nederland verder aan een overeenkomst met Engeland.