Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
8. Raadsvergadering van de OEEC op ministersniveau op 12 en 13 februari 1957 (brief minister van Buitenlandse Zaken, 5-2-1957, nr. 18703).
Luns meldt dat een ontwerp is ontvangen van een gezamenlijke verklaring van de zes, die Spaak op de OEEC-vergadering zal voorlezen. Daarin wordt gezegd dat ook de landbouw in principe onder de vrijhandelszone moet vallen.
Mansholt meent dat het feit dat Engeland plotseling de vrijhandelszone wil bespreken, betekent dat het de onderhandelingen over de gemeenschappelijke markt wil bemoeilijken. Hij meent dat men dat niet moet toelaten. De Engelsen willen de landbouw buiten de gemeenschappelijke markt houden Het gaat louter om bescherming van de eigen landbouw.
De minister-president concludeert dat Nederland voorstander is van het betrekken van de landbouw bij de vrijhandelszone.