S00548
05-02-1957
Actoren
Brief
Samenvatting
Raadsvergadering van de OEES op ministerieel niveau op 12 en 13 februari 1957 te Parijs.
Belangrijkste onderwerp is of de deelnemende landen al of niet bereid zijn toe te treden tot een op te richten vrijhandelszone en het opstellen van een procedure hierover. In juli 1956 besloten de ministers een werkgroep in te stellen om de mogelijkheden na te gaan van associatie op multilaterale basis tussen de gemeenschappelijke markt en de landen die daar niet aan deelnemen. Daarbij werd speciale aandacht besteed aan associatie d.m.v. oprichting van een vrijhandelszone. Deze werkgroep concludeerde dat dit mogelijk was. Intussen hebben de Engelsen een memorandum ingediend voor de oprichting van een industriële vrijhandelszone, waarvan de landbouw is uitgesloten. Luns en Zijlstra stellen echter dat ook de landbouw daar deel van moet uitmaken. Zij menen dat een samengaan van Engeland en andere OEES-landen in de vorm van een vrijhandelszone zeer gewenst is. Voorkomen moet worden dat aan deze landen het aanvaarden van het verdrag van de zes als voorwaarde wordt gesteld. Ook pleiten zij voor betrokkenheid van de zwakkere Europese landen.
Belangrijkste onderwerp is of de deelnemende landen al of niet bereid zijn toe te treden tot een op te richten vrijhandelszone en het opstellen van een procedure hierover. In juli 1956 besloten de ministers een werkgroep in te stellen om de mogelijkheden na te gaan van associatie op multilaterale basis tussen de gemeenschappelijke markt en de landen die daar niet aan deelnemen. Daarbij werd speciale aandacht besteed aan associatie d.m.v. oprichting van een vrijhandelszone. Deze werkgroep concludeerde dat dit mogelijk was. Intussen hebben de Engelsen een memorandum ingediend voor de oprichting van een industriële vrijhandelszone, waarvan de landbouw is uitgesloten. Luns en Zijlstra stellen echter dat ook de landbouw daar deel van moet uitmaken. Zij menen dat een samengaan van Engeland en andere OEES-landen in de vorm van een vrijhandelszone zeer gewenst is. Voorkomen moet worden dat aan deze landen het aanvaarden van het verdrag van de zes als voorwaarde wordt gesteld. Ook pleiten zij voor betrokkenheid van de zwakkere Europese landen.