Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00933
12-04-1955
Actoren
Memorandum
Samenvatting
Notitie inzake de nota's van DGEM en Dr. Kymmell.
Hoewel zijn conclusie een andere is, kan Beyen zich vinden in de gedachtengang van Kymmell. Hij wijst er alleen op dat hij het plan-Beyen onrecht aandoet. Harmonisatie maakte daar geen deel van uit. Voorts is het niet juist dat het plan ervan uitging,, dat een escape-clausule en een overgangstijd voldoende zouden zijn om de zaak in orde te maken. De gedachte was dat , indien bij toepassing van de automatische afbraak der handelsbelemmeringen moeilijkheden zouden ontstaan in een bepaalde productietak, door de Gemeenschap en het betrokken land zou worden nagegaan waar de moeilijkheid zat en dat dan een plan zou worden gemaakt om die moeilijkheid te overwinnen.
Kymmell zegt, evenals Beyen, dat de gemeenschappelijke markt niet zonder supranationaal orgaan tot stand kan worden gebracht. Zolang de individuele regeringen de verantwoordelijkheid dragen voor het sociaal en economisch welzijn van hun bevolkingen, zullen zij zich de middelen niet laten ontnemen om die verantwoordelijkheid te dragen. Kymmell beweert dat de regeringen niet bereid zijn van die verantwoordelijkheid afstand te doen. Als dit zo is, dan moet men de supranationale gedachte verwerpen.
Tegenover DGEM (vd Beugel) stelt Beyen dat hij zich niet wil verzetten tegen integratieplannen in EGKS-verband. Maar hij ziet geen reden waarom men het probleem van de algemene economische integratie niet zou blijven stellen. "Ik weet wel, dat de Fransen er niet aan willen, maar dat was ook zo toen we ons nog op de resolutie van Luxemburg baseerden." Beyen meent dat integratie op aparte gebieden op een teleurstelling zullen uitlopen, en wel reeds gedurende de voorbereiding.