Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01250
05-03-1958
Samenvatting
452. Frans plan voor de vrijhandelszone.
Het plan is in de coördinatie commissie besproken, waarbij enkele voorlopige conclusies zijn getrokken, die in grote mate overeenkomen met die van de Belgen. De CoCo meent dat voorkomen moet worden dat Nederland in de bestrijding van het Franse voorstel min of meer alleen met de Belgen komen te staan. Daarom is aandrang op de Duitsers gewenst.
De bezwaren tegen het Franse plan zijn:
1. De Fransen stellen de aanvangsdatum der vermindering van tarieven en verhoging contingenten op 3 jaar nadat deze maatregelen in de EEG van kracht zijn geworden. Dit schept discriminatie, die door de landen van de vrijhandelszone zeker niet zal worden geaccepteerd.
2. De Fransen stellen een volledige harmonisatie van het economische en sociale beleid op de voorgrond. Dit is onvervulbaar.
3. De Fransen willen slechts een sectorsgewijze benadering, waarvan te vrezen valt dat daar niets van terecht komt.
4. De Franse voorstellen op constitutioneel gebied zijn vaag en slap.
5. Nederland is minder bevreesd voor distorsies t.g.v. verschillende buitentarieven dan de Fransen.
6. Nederland wil de overzeese gebiedsdelen bij de vrijhandelszone betrekken, de Fransen niet.
7. De Fransen stellen dat het nemen van maatregelen door nationale regeringen, die tegen de doelstellingen van de vrijhandelszone ingaan, als een annulering van het verdrag zullem moeten worden beschouwd.
Zie ook