Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01265
01-10-1958
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
In de Coördinatiecommissie voor de Integratie en Vrijhandelszone is een nota over financiële bijstand aan de onderontwikkelde landen van de vrijhandelszone aan de orde gesteld. Inmiddels is duidelijk dat Engeland en Duitsland voorstander zijn van het verlenen van beperkte financiële bijstand. Om te vermijden dat Nederland geïsoleerd raakt, is het gewenst dat de Nederlandse regering zich akkoord verklaart met dit beginsel, mits de betrokken onderontwikkelde landen concrete verplichtingen ter vrijmaking van het handels- en betalingsverkeer op zich nemen.
In de Nota (bijgevoegd) wordt gesproken over de verschaffing van overheidskapitaal in de begintijd, de oprichting van een ontwikkelingsautoriteit, nakoming van de verplichtingen door de onderontwikkelde landen. Verder wordt gesteld dat de beoogde landen (zoals Griekenland en Turkije) moeten accepteren dat bij toetreding van nieuwe landen (bv Spanje en Joegoslavië) de spoeling dunner zal worden. Het Nederlandse ministerie van Financiën stelt dat de financiële bijdrag moet geplaatst worden binenn de Nederlandse politiek van hulpverlening aan achtergebleven gebieden.
Zie ook