S02114
15-10-1970
Actoren
Conclusies
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 15 okt. 1970.
Besproken werd de nota van L&V voor het prijsbeleid in de EEG voor 1971/72. De voorgestelde gemiddelde verhoging met 5% moet tegenwicht bieden aan de gevolgen van de gemiddelde kostenstijging van 14 tot 16%, waartegenover slechts een productiviteitsstijging van 2 à 3% staat. De reacties van de overige departementen waren sterk aarzelend tot afwijzend. Men meende dat er geen onderzoek is gedaan naar alternatieven van prijsverhoging en de weg van de minste weerstand heeft gekozen. Belangrijk discussiepunt was of men moest vasthouden aan het orthodoxe standpunt dat het boereninkomen geheel uit de markt moest worden verkregen. Men zou de positie van de boeren ook kunnen versterken door inkomenstoeslagen. De meerderheid van de CoCo voelde meer voor een oplossing in de richting van een sociale toeslag. L&V wees echter op bezwaren tegen dit systeem.
Argumenten tegen prijsverhoging die werden ingebracht waren o.m. instandhouding inefficiënte landbouwproductie, stimulering overproductie, nadelige effecten op toetredingsonderhandelingen, reacties van derde landen (negatieve houding VS tegen EG-landbouwbeleid), stijging kosten van levensonderhoud.
Geconcludeerd werd dat er alle aanleiding is voor bezinning over de aard van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de gekozen prijsmechanisme.
Besproken werd de nota van L&V voor het prijsbeleid in de EEG voor 1971/72. De voorgestelde gemiddelde verhoging met 5% moet tegenwicht bieden aan de gevolgen van de gemiddelde kostenstijging van 14 tot 16%, waartegenover slechts een productiviteitsstijging van 2 à 3% staat. De reacties van de overige departementen waren sterk aarzelend tot afwijzend. Men meende dat er geen onderzoek is gedaan naar alternatieven van prijsverhoging en de weg van de minste weerstand heeft gekozen. Belangrijk discussiepunt was of men moest vasthouden aan het orthodoxe standpunt dat het boereninkomen geheel uit de markt moest worden verkregen. Men zou de positie van de boeren ook kunnen versterken door inkomenstoeslagen. De meerderheid van de CoCo voelde meer voor een oplossing in de richting van een sociale toeslag. L&V wees echter op bezwaren tegen dit systeem.
Argumenten tegen prijsverhoging die werden ingebracht waren o.m. instandhouding inefficiënte landbouwproductie, stimulering overproductie, nadelige effecten op toetredingsonderhandelingen, reacties van derde landen (negatieve houding VS tegen EG-landbouwbeleid), stijging kosten van levensonderhoud.
Geconcludeerd werd dat er alle aanleiding is voor bezinning over de aard van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de gekozen prijsmechanisme.