Z00004
06-04-1973
Actoren
Notulen Ministerraad
Samenvatting
4 e. Voorbereiding EEG-Landbouwraad op 9 en 10 april.
Langman merkt op dat er niet ontkomen kan worden aan de steunregeling voor agrariërs in berglanden. Deze zal echter beperkt moeten worden tot echte berggebieden. Beekdalen en andere kleinschalige landschappen dienen uit het voorstel te worden geschrapt. Boersma, Vonhoff en Udink willen deze echter wel opnemen. Nelissen merkt op dat alhoewel een ruimere definitie betekent dat het ook voor Nederland wat kan opbrengen, dit ook kan zorgen voor hogere kosten. Udink meent dat nagegaan moet worden wat financieel gunstiger is: autonoom iets doen voor de problemen in beekdalen en kleinschalige landschapen, of deze onderbrengen bij de EEG-regeling. De minister-president heeft er een voorkeur voor dat zoveel mogelijk gebieden buiten de regeling blijven. Nelissen vindt dat het voorstel beter moet worden voorbereid voordat de raad akkoord gaat. De minister-president besluit dat de meest betrokken ministeries, L&V, Financiën en Cultuur, Recreatie & Maatschappelijk Werk, een nota voorbereiden zodat er in de volgende raad een beslissing genomen kan worden.
Langman merkt op dat er niet ontkomen kan worden aan de steunregeling voor agrariërs in berglanden. Deze zal echter beperkt moeten worden tot echte berggebieden. Beekdalen en andere kleinschalige landschappen dienen uit het voorstel te worden geschrapt. Boersma, Vonhoff en Udink willen deze echter wel opnemen. Nelissen merkt op dat alhoewel een ruimere definitie betekent dat het ook voor Nederland wat kan opbrengen, dit ook kan zorgen voor hogere kosten. Udink meent dat nagegaan moet worden wat financieel gunstiger is: autonoom iets doen voor de problemen in beekdalen en kleinschalige landschapen, of deze onderbrengen bij de EEG-regeling. De minister-president heeft er een voorkeur voor dat zoveel mogelijk gebieden buiten de regeling blijven. Nelissen vindt dat het voorstel beter moet worden voorbereid voordat de raad akkoord gaat. De minister-president besluit dat de meest betrokken ministeries, L&V, Financiën en Cultuur, Recreatie & Maatschappelijk Werk, een nota voorbereiden zodat er in de volgende raad een beslissing genomen kan worden.