Graaf Willem III belooft heer Arnoud de Kleine, ridder, meier van Aken, in mei eerstkomend 3000 pond Tournois te betalen in mindering van de schuld die hij heeft bij zijn schoonzoon heer Willem van Gulik, waarbij hij heer Willem en een aantal met name genoemde edelen gebiedt zich voor hem borg te stellen, met de belofte hen schadeloos te zullen houden; degenen van hen die zich borg willen stellen zegelen de oorkonde mee.
Her Airnout.
Vgl. nrs. DE 20 en 21, waarbij de Akense meier 'Cleinarnold' eveneens betrokken is.
Wi Willaema graveb van Heynnegouwenc etc. maken cond etc. dat wi gheloven heren Arnoude den Cleyne, meyer van Aken, ridder, voir heren Willaem van Ghuliked, onsen sone, in minderinghe van der scout die wi heren Willaeme voirs. sculdich sien drie dusent pond Tornoysef, den groeten coninx Tornoyseg voir sestien penning gherekent, te betailen binnen meye naist comende; ende omme die merer sekerhede so hebben wi gheboden edelen luden heren Willaemh van Ghulike voirs., heren Godevairti van Ghulike, heren Philips den here van Wildenberch, heren Arnoude van Bolland, heren Robode van Roden, heren Gherardej van Pottesk, heren Arnoude van Ghimmenich, heren Janne Maeskeriele, heren Raes Maeskeriele, heren Gherardl van Ondelsdorpe, heren Rutgheerm van Gheylekerken, heren Godevairt Scellaerto van den Boemghardep, heren Willaem Roest, heren Gherardq van Stomle, heren Warnaer van Gustin, heren Reynairr van Endelstdorps, ridderen, Harpardt Muyl ende Willaem die camerlinc, dat si dese scout mit ons loven alse borghen te betailen ten termine voirs., jof dat si ende wi zullen toit heren Arnouds maninghen des meyers voirscreven jof siere erfnamen incomen tot Aken in ene herberghe dair hise wisen sal, ende niet van dane te sceyden noch deru borghen en gheen quite eer wi hem voldaen hebben. Ende wi Willaem van Ghulike, Godevairt van Ghulike ende anders die borghen voirscreven verbinden ons alse borghe voir dese IIIM. lb. zuarte voirscreven in allen vorwairde alse si voirscreven sien; ende wair dat sake dat onser enich ware die gheen borghe worden en mochte, so verbinden wi ons die ghene die onse seghele dair an hanghen voir die somme van den ghelde voirscreven. Ende wi Willaem gravev etc. gheloven onse borghe voirscreven hier of scadeloes te houden.
In orkonde etc. Ghegheven in Middelburchw des donresdaghes na sente Victoirsx dach int jaer ons Heren M CCC° drie ende twintich.
Per dominum, dominum Zudensemy, abbatem Forgerbachensemz.a'
- graaf Willem III
- Henegouwen
- heer Arnoud de Kleine, ridder, meier van Aken
- heer Willem van Gulik, ridder
- heer Godfried van Gulik, ridder
- heer Filips heer van Wildenburg, ridder
- heer Arnoud van Bolland, ridder
- heer Radboud van Rode, ridder
- heer Gerard van Pottes, ridder
- heer Arnoud van Gymnich, ridder
- heer Jan Maschereil, ridder
- heer Raas Maschereil, ridder
- heer Gerard van Endersdorf, ridder
- heer Rutger van Geilenkirchen, ridder
- heer Godfried Schelard van den Boomgaard, ridder
- heer Willem Roest, ridder
- heer Gerard van Stommeln, ridder
- heer Werner van Güsten, ridder
- heer Reinaar van Endersdorf, ridder
- Harper Muil
- Willem (van Duivenvoorde) kamerling
- Aken
- Middelburg
- bisschop van Zuden
- abt van Forgerbach(?)