Halsteen Marcelisz. en zijn echtgenote Elizabeth Genendr. van Bergen op Zoom beloven ten overstaan van met name genoemde ridders, mannen van Sint Pieter te Leuven en schepenen van Bergen op Zoom dat hun woning aldaar voortaan een open herberg zal zijn voor graaf Willem III, diens echtgenote en hun kinderen, met stalling voor 30 paarden, 30 bedden, verlichting, brandstof en keukengerei op hun eigen kosten en graan en hooi tegen redelijke prijs, waarvoor de graaf aan Halsteen en diens nakomelingen die het huis bezitten het knapenlivrei schenkt en belooft hen als zijn knaap en waard te zullen bijstaan; de oorkonde wordt meebezegeld door de genoemde getuigen.
In de bovenmarge, door andere hand: Brabanda.
Hasteen Marcelijsb z.
Vgl. het volgende nr. BR 23.
Allen den ghenen die desen brief zien sullenc jof horen lesend make wi cont Halsteen Marcelijse sone ende Lisebethf Ghenen dochter, sijn wittelike wijf van Bergheng up den Zoem, dat wi belovet hebben ende beloven met desen brieve enen edelen prence ende enen moghende, onsen lieven here heren Willemh grave van Heynegouweni, van Hollandj, van Zeelandk ende here van Vrieslandl, ende sinen nacomelinghe vor ons ende vor onsen nacomelinghe, ende verbinden ons daer in ende onse nacomelinghem ewelike ghedurende dat wi onse woninghe te Berghenn an den Zoem, legghende tuschen Gheertruyto Boudwijnsp ende den vleyschuyse ende den stratekijn achter dat vleyschuys, also groet als si nu es, altoes bereden zullen ende houden ons heren open herberghe te wesen, des graven voirs., onser vrouwen der gravinnen sijns wives, ende hare kindere, als si daer sijn, sonder haren cost, ende des ghelike sinen nacomelinghen grave van Henegouwenq, van Hollandr, van Seelands ende here van Vrieselandt, sonder arghenlist. Ende binnen deser herberghe voirscreven sullen wi hem leveren up onsen cost stallinghe ende litier tote dortich parden toe; ende al onse corn ende hoy dat si besighen sullen, dat sullen si rekene ende ghelden als heren ambochts luden redelijc denken sal. Voirt sullen wi hem leveren rotine kersen in den stal, borninghe in der cokene ende in der camere, ende dortich peddenu ghestoffiert met slapelaken ende deken, vatev, potte ende ketele in die cokene, tafelaken, dualen, nappe ende kannen als der herberghe toe behoeren, sonder enighen cost of te rekene jof hoveschede van rechte. Ende hier bi sal onse here die grave vors. ende sine nacomelinghe graven vorscreven mi Halstene ende enen van onsen nacomelinghe, die besitter es van onsen huyse vorscreven na mine doit, sine knapen clederen gheven tallen tiden als hi sine knape ghemenelike vercleet, ende alsoe voert ewelike durende, ende hi sal mi ende enen vanw minenx nacomelinghe, die besitter wesen sal van minen huyse vorscreven, helpen tonsen rechte daer hi ons met rechte es scoudichy te helpene als sinen knaep ende sinen waert.
Ende want wi dit wittelike ende trouwelike houden willen ende ewelike ghehouden willen hebben van onsen nacomelinghe, so hebbe ic Halsteen vors. desen brief open beseghelt met minen seghele; ende om die mere sekerhede, want ic Sentez Pieters man ben van Lovene, soe hebbe ic alle pointe vorscreven belovet, ende mi ende mine nacomelinghe daer toe verbonden alst vorscreven es, vor heren Gherarde van Wesemale, here van Marxema', heren Wouter van Barchemb', ridderen, vor Jan Seghebrechtsc' f.d', Pieter Seghebrechtse' f., Seghebrechtf' Jans f. ende Pieter Wirinxg' sone, Sente Pieters manne vorscreven, ende Gobbe ser Gobben f., Lauwerens Alaertsh' f. ende Heyne Oem, scepen van Bergheni' up den Zoem, ende hebbe hem ghebeden dat si desen brief met mi up ons ende up onse nacomelinghe beseghelen willen. Ende want wi Gheraertj' van Wesemale, here van Marxemk', ende Wouter van Barcheml', ridders vors., Jan, Pieter, Seghebrechtm' ende Pieter Wiringsn' sone, Sente Pieters manne vorscreven, Gobbe ser Gobben f., Lauwerens Alaertso' f. ende Heyne Oem, scepen vornomet, kennen dat Halsteen ende Lisebethp' sijn wijf alle stucken vorscreven ghelovet hebben vor ons, ende hem ende haren nacomelinghe daer in verbonden hebben, soe hebben wi desen brief met Halstene vors. open beseghelt met onsen seghelen. Ghescreven ende ghedaen des sonnendaghes voir half meye int jaer ons Heren Mo CCC vier ende twintich.
q' Istam litteram recipietr' Fredericuss' receptor per voluntatem magistri Iohannist' de Florenciau', et ipse deliberabit eam Iacobo de Malbodio.
Per dominum personaliter, magistrum Iohannemv' de Florenciaw' et Fredericumx' receptorem.
- Halsteen Marcelisz. van Bergen op Zoom
- Elizabeth Genendr., echtgenote van Halsteen Marcelisz.
- graaf Willem III
- Henegouwen
- Holland
- Zeeland
- Friesland
- Bergen op Zoom
- Geertruid Boudewijns
- Sint Pieterskerk te Leuven
- heer Gerard van Wezemaal, heer van Merksem, ridder
- heer Wouter van Berchem, ridder
- Jan Segebrechtsz.
- Pieter Segebrechtsz.
- Segebrecht Jansz.
- Pieter Wierinksz.
- Gobbe heer Gobbenz., schepen van Bergen op Zoom
- Laurens Allardsz., schepen van Bergen op Zoom
- Hein Oom, schepen van Bergen op Zoom
- Frederik rentmeester
- meester Jan van Florence
- Jacob van Maubeuge
- wettige echtgenote
- belofte
- edele
- woning
- belending
- vleeshal
- straat
- open herberg
- gravin
- onkosten
- kosten
- stal
- paard
- koren
- hooi
- gebruik
- betaling
- dienaar
- vet
- kaars
- brandstof
- keuken
- kamer
- bed
- beddegoed
- vat
- pot
- ketel
- tafellaken
- handdoek
- nap
- kan
- schenking
- recht
- bezit
- knaap
- livrei
- kleren
- hulp
- waard
- open brief
- getuige
- leenman
- verzoek
- medebezegeling
- vrouw
- meimaand
- oorkonde