Graaf Jan II kent zijn knaap Robijn van Artois voor de duur van diens leven jaarlijks 10 pond Hollands toe uit de tol van Dordrecht.
Littera Robini de Artoys van X lb. Hollandsa die hem gaf te sinen live.b
Bij de nummering door de kopiist is het nummer 79 abusievelijk aan twee opeenvolgende teksten toegekend.
De bovenstaande datering is gebaseerd op het gebruik van de paasstijl (zie de Inleiding), die vast staat omdat in 1301 Maria lichtmis inderdaad op een donderdag viel; in 1300 was dat op een dinsdag.
Onderstaande tekst is uitgegeven naar A. Hetgeen daar onleesbaar is geworden vanwege de slechte staat van het papier, is tussen rechte haken aangevuld naar afschrift B.
¶ Wi Jan grave van Henegouwenc etc. maken cont allen luden dat wi omme menighen tro[uwen dienst] die Robind van Arthoise, onse cnape, onsen vorders graven van Hollandf ghedaen hevet ende ons noch d[oen sal, hem] ghegheven hebben alse langhe als hie levet in onse tolne te Dorderechtg tien pont Hollansch[e]nh pen[ninghe jaers], upden Vastennavont tontfanghenne; waromme wi ombiedeni onsen tolnaers van onser vorseider tolne d[at] ghi hem of sinen warrachtighen bode die ju desen brief bringhet jaer[lix die] vorseide tien pont betaelt up de[n] vorghenomdenj dach, ende neemt darof weder Robinsk brief metl sinen seghele besegheltm ons jaerlicxs mede terechkenen.
Ende omme dat wi willen dat hem dit vast ende ghestadeo blive ghehouden van o[n]s ende van onsen nacomelinghe alst voreghescrevenp es, soq hebben wi hem desen brief doen beseghelen met [onsen zeg]hele. Ghegheven int jaerr ons Herens dusent drie hondert te Ziricxt, des donresdaghesu alst onser [Vrouwen lichtmisse] waes.