Graaf Floris V geeft de kamp Berkenrode, gelegen bij het gasthuis in de Haarlemmerhout, in vrij eigendom aan zijn knaap Jan van Haarlem, zoon van vrouw Aleid.
Deze latere toevoeging heeft in het cartularium geen eigen volgnummer.
Deze tekst ontbreekt in het 'Papieren cartularium' (AGH 2144), de legger van B.
Dirk Gool, griffier van de lenen van Holland, schreef in 1621 in dit register twee oorkonden m.b.t. het geslacht Van Berkenrode; de andere betreft nr. CA 52. Volgens Kruisheer, OHZ, t.a.p., betreft de naam 'van Haarlem' zeker een interpolatie, aangezien leden van het geslacht Van Berkenrode pas omstreeks 1600 'van Haarlem' gaan heten, wanneer ook elementen van het wapen van het riddermatige geslacht Van Haarlem aan dat van de Berkenrodes wordt toegevoegd.
Janne van Haerlem veren Aleyden sone.
Volgt de tekst van OHZ IV, nr. 2194.
Gecollationeert teghens de principale, geschreven in franchijn ende besegelt met een wit wasschen zegele, tmeerendeel noch gave ende perfect, uuthangende in dubbelen staerte, ende is daer mede bevonden taccorderen den XXVIIIen maij anno XVIC eenentwintich, bij mij [ondertekend:] Gool.