Jan graaf van Solms draagt, voor de 200 mark die hij van graaf Willem III heeft ontvangen, aan hem 10 mark Brabants jaarlijks op uit zijn eigen goederen en wijngaarden te Braunfels, welk jaargeld hij van de graaf in leen zal houden.
Die grave van Zolmen.
Links naast het begin van de tekst in de marge een of twee geradeerde woorden (Per pred.?), blijkbaar het begin van een dienstaantekening.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding. Gezien de omringende teksten in het register is een datering in 1326 minder waarschijnlijk, maar mocht toch een winterstijl zijn toegepast, dan is de oorkonde op 1326 februari 5 uitgevaardigd.
Met Brunsvelt zal wel Braunfels bij Solms worden bedoeld en niet Braunsfeld bij Keulen; vgl. nr. DE 49.
Universis presentes litteras inspecturis, nos Iohannesa comes Zolmensisb salutem cum noticia veritatis. Noverint universi quod pro ducentis marcis quas nobis illustris princeps et potens dominus Guillelmusc comes Haynnonied, Hollandiee, Zielandief ac dominus Frisie nobis tradidit ab eo relevavimus in feodum perpetuum a nostris propriis allodiis et supra vineas nostras de Brunsvelt decem marcas Brabantinorum annuatim, quas quidem nos pro nostris heredibus g ab eodem et suis successoribus fidelitatis debite noscimus imperpetuum teneri titulo feodali, fecimusque in sibi homagium et iuravimus sibi et suis successoribus, de cetero deputamus obligatos.
In cuius rei testimonium etc. Actum et datum Colonie prima die Quadragesimeh principibus comitibus de Harensberch ac de Wedicsteyn ac aliis pluribus, anno Domini Mo CCCo XXVIo.
Hec littera est sub Enghelbertoi.