Dirk genaamd Loef, edele van Dollendorf, woonachtig in Gladbach, verklaart van graaf Willem III 250 mark Keuls te hebben ontvangen en daarvoor diens vazal te zijn geworden, waarvoor hij hem een jaarrente van 25 mark uit zijn nader omschreven eigen goederen in de parochie Gladbach opdraagt, welke rente hij van hem in leen zal houden; de oorkonde wordt meebezegeld door de getuigen Arnoud van Boullis, edele, en heer Hendrik genaamd Mulo junior van Binsfeld, ridders, die verklaren dat de opdracht naar behoren is uitgevoerd en de genoemde goederen toereikend zijn om het jaargeld op te brengen.
Dirc Loef van Dollendorp.
Er is geen reden om te veronderstellen dat bij de datering de paasstijl is gebruikt (zie de Inleiding). Mocht dat evenwel toch het geval zijn geweest, dan is de datum te herleiden tot 1331 januari 31.
De meeste plaatsnamen genoemd in de tekst konden niet worden gelokaliseerd. Gladbach zal de plaats in de huidige Kreis Düren betreffen, in de omgeving waarvan de heren van Dollendorf-Kronenburg veel bezittingen hadden.
Vgl. nr. DE 76, in welke lijst eveneens een Dirk Loef voorkomt als leenman van graaf Willem III, mogelijk dezelfde persoon.
De originele oorkonde bevindt zich nog in het Archief van de graven van Holland (zie Kort, l.c.).
Universis presentem litteram visuris et audituris Deydericus dictus Loef, vir nobilis de Dollendorp, commorans in Gladenbach, facio manifestum publice recognoscens me recepisse ab excellenti viro domino Willelmoa b Haynnoniec etc., domino meo dilecto, ducentas et quinquaginta marcas pagamenti Coloniensisd mihi pro fidelitate traditas et muneratas, pro quibus eius vassallus seu fidelis sum effectus, assignans et supraportans eidem domino meo pro dicta summa pecunie viginti quinque marcarum redditus annuos in bonis meise allodialibus seu propriis, videlicet in sexaginta furnalibusf terre arabilis in diversis locis camporum prochie in Gladebach sitas, ex quibus sex site sunt in loco qui dicitur Wassinake, qui quondam fuerunt domini Gerardi de Knizhem, et septem site sunt apud viam lapideam et quinque apud viam que dicitur Kertenhem, tres vero vulgaliter dicitur Royr, et viginti quinque fuerunt quondam domini Ottonis de Weyetrich militis, quindecim quondam Elmeriog de Butenvelt; quos redditus ego et mei heredes a domino meo predicto et suis legitimis heredibus et successoribus Haynnonieh et Hollandiei comitibus tenebimus et possidemus iure feodali.
In cuius assignationis testimonium sigillum meum una cum sigillis nobilis viri Arnoldi de Boullisj, domini H. dicto Mulo iunioris de Binsvelt, militum, antedicti domini mei fidelium seu vassalorum, qui huiusmodi assignacioni interfuerunt, huic littere duxi apponendum. Et nos Arnoldus de Boullisk et Henricusl dictus Mulo, milites, antedicti domini comitis fideles, ad rogacionem prefati Deyderici Loef dicti, quia dictorum reddituum assignacioni per ipsum rite facte interfuimus, m plene constat in fide qua domino nostro sepedicto sumus astricti quod suprascripta bona annuatim tantum valent et manentn quantum redditus prenarratoso, sigilla nostra presentibus duximus litterep apponenda. Datum anno Domini Mo CCCo XXXo feria quinta ante purificacioni beate Marie virginis.
- Dirk genaamd Loef, edele van Dollendorf, woonachtig in Gladbach (Kreis Düren, Noordrijn-Westfalen)
- Kronenburg
- graaf Willem III
- Henegouwen
- parochie Gladbach
- Wassinake(?)
- heer Gerard van Kintzheim(?)
- Kertenhem(?)
- Royr(?)
- heer Otto van Weyetrich(?)
- Elmer van Butenvelt(?)
- Holland
- Arnoud van Boullis(?), edele, ridder
- heer Hendrik genaamd Mulo junior van Binsfeld, ridder