Graaf Willem III belooft Quist en Nicolaas Willekijnsz. van Paalvoetseinde dat wanneer hun schepen door toedoen van de heer van Mortimer of diens lieden verloren zouden gaan of door de Engelsen in beslag zouden worden genomen, hij daarvoor geldelijke compensatie zal geven, tenzij de schepen verloren zouden gaan door de weersomstandigheden, de ondeugdelijkheid van de tuigage of de onkunde van de scheepslieden.
Adhuc de eodem.a
Paalvoetseinde (Paalvoetsheide) is een verdwenen dorp op Westenschouwen.
Nrs. DE 87-99 betreffen alle oorkonden van borgstelling door de graaf voor schepen die van Zeeuwen waren gehuurd ten behoeve van de overtocht van de opstandeling Roger Mortimer en diens leger naar Engeland; zie ook nr. DE 100, alsmede nrs. PC 2, 18 en 19.
Wi Willaem grave van Heynnegouwenb etc. maken cont etc. dat wi gheloven Quist ende Clais Willekiaens zoen van Poelnets hidec, wair dat zake dat hoir scepe verloren woirden bi dien here van Mortemeer jof bi zine luden, jof dat zi hem die van Engheland namen in sheren reyse van Mortemeer teser tijd, zo zouden wi Quist voirs. zijn scip ghelden VII½ pont grote ende Clais zijn scip voirs. achtendalf pond grote; mar worden dese voirscreven scepe voirloren bi winded jof bi weder, bi zie jof bi zande, bi faute vane ghewande jof bi onbehendighen scipluden jof bider sciplude versumenesse, zo en zouden wi se niet ghelden. Ende alle stucke voirscreven zonder arghenlist.
In orkonde desen brieve bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven tote Dordrechtf dies vriedaghes na onser Vrouwen dach int jaer ons Heren M° CCC° XXVI°.
Per dominum et commune consilium.