Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B FR_G_X016v_049_1 C FR_K_X014v_049_1

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 324 (groot register Friesland), f. 16v, nr. 52 (49) (wrs. 1325 aug. 1-1331 juli 23, naar A).
Opschrift:

Den selven.

C: AGH 325 (klein register Friesland), f. 14v, nr. 52 (wrs. 1336 mrt. 14-ca. 1340 mrt., naar B).
Editie/regest: Schwartzenberg, Charter-boek Vriesland I, p. 72.

Voor de oorkonde van koning Hendrik V, waaraan wordt gerefereerd, zie de in het register voorafgaande tekst nr. FR 48. Gezien de daarin opgenomen verwijzing naar de bekrachtiging door de Keulse aartsbisschop, waarmee toch wel de onderhavige oorkonde zal zijn bedoeld, zullen beide stukken kort na elkaar zijn uitgevaardigd, mogelijk in 1108. Vreemd is dan wel de vermelding van de ‘keizer’ in de deze tekst; mogelijk is dat niet meer dan een vergissing (Hendrik werd in 1111 tot keizer gekroond). De datering in 1118 van deze oorkonde is in ieder geval onmogelijk omdat aartsbisschop Frederik I van Keulen (1100-1131) toen een van de leiders was in de opstand tegen Hendrik; in 1108 daarentegen was hij nauw met de koning verbonden.

Blijkens het afschrift B (vervaardigd na 1 augustus 1325) stond deze tekst als vijfde van een reeks oude oorkonden achter in het verloren register A, na de laatste contemporaine registratie van een oorkonde van 2 maart 1324. Deze reeks is dan mogelijk in maart-begin april 1324 opgetekend (de eerstvolgende contemporaine registratie, nr. FR 50, is van een oorkonde van 8 april van dat jaar), of is mogelijk een wat latere toevoeging aan het verloren register, welke toevoeging dan wel vóór vervaardiging van B daarin moet zijn opgetekend.

De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.

Fredericus Dei gratia Coloniensisa archiepiscopus, omnibus fidelibus salutem. Omnes qui huic regum nostrorum pie ordinationi contradixerint excommunicamus, sive clerici sive laici fuerint, et sacerdotibus Frisieb precipimusc sub banno ne aliquem supradicte regi violatorem in ecclesia vel in atrio ecclesie vivum vel mortuum suscipiant, quod siquis fecerit nisi satisfecerit anathema sit.

Et ut hecd in perpetuum inconvulsa permaneant, hanc cartam iussu imperatoris nostris nostro sigillo sicut ipse consignamus. Data anno ab incarnatione Domini Mo Co XVIII; acta Magunciee, feliciter.

a
Colonien. BC.
b
friste(?) B, frisce(?) C.
c
overtollige afkortingsstreep boven de tweede p C.
d
hoc, met onduidelijke o B; hic C.
e
Mag’ncie BC.
Oorkonder: aartsbisschop Frederik I van Keulen