Bezegeling met het grafelijk grootzegel, ten overstaan van enkele met name genoemde getuigen, van een onbeschreven oorkonde, die naar Jacob van Maubeuge gebracht zal worden ten behoeve van de aanstelling door de grafelijke Raad van een baljuw van Henegouwen.
In de tekst moet het woord vude wel worden gelezen als vuide, waarmee dan is bedoeld dat in Middelburg, waar de graaf zelf toen verbleef blijkens zijn itinerarium, een onbeschreven blad perkament (een 'blanket') is bezegeld, dat naar Jacob van Maubeuge, tresorier van Henegouwen, gebracht moest worden en waarmee de Raad een baljuw van Henegouwen moest benoemen. De personen aanwezig bij de bezegeling waren dan mogelijk de namen die in de aanstellingsoorkonde moesten worden opgesomd als (ambtelijke) getuigen. Overigens was Borgne de Robersart, die uit handen van Willem de kamerling het bezegelde stuk ontving, degene die tot baljuw benoemd zou worden; zie nr. ZH 302, d.d. 1327 mei 12.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Le venredy apres le jour saint Grigoirea, lan M CCCo XXVIo, a Middelbourchb saielet une vudec dou grant seel monsigneur le ..comte, en le presence labbet de Middelbourchd, et le delivra Guillaumese li cambrelainf ce dit jour a Borngeg de Robertsarth pour aporter a Jakesi de Mabeugej, pour estaulir un bailliu en Haynnauk par le Consaull monseigneur. Et si furent presens osi Giles Boudijnsm sone, baillius de Middelbourchn, Jehanso Henrix f.p, recheveurs de Bewestersceltq, Jehansr Wissens f.t, recheveurs de Beoistersceltu, et Jehans li capellains.
- Middelburg
- graaf Willem III
- abt van Middelburg
- Willem (van Duivenvoorde) kamerling
- Borgne de Robersart
- Jacob van Maubeuge, tresorier
- baljuw van Henegouwen
- Gillis Boudewijnsz., baljuw van Middelburg
- Jan Hendriksz., rentmeester van Bewesten Schelde
- Jan Wissenz., rentmeester van Beoosten Schelde
- Jan (van Florence), grafelijk kapelaan