Graaf Willem III bepaalt dat het feit dat de inwoners van Waterland hem een bede hebben toegestaan vanwege het huwelijk van zijn dochter, koningin van Duitsland, niet ten koste mag gaan van de rechten van Jan Persijn de jonge.
In de marge een kruis.
Deze en de volgende oorkonde zijn in het register geschreven over een geradeerde tekst; gezien de onder UV-licht nog leesbare fragmenten betrof dit een Latijnse oorkonde van graaf Willem III uit het (paas)jaar 1323.
Jan Persijna die jonge.
Zie ook de volgende oorkonde nr. KE 70 in het register.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaemb grave van Heynnegouwenc etc. maken kond etc. Want onse goede lude van Waterland ghemeenlike ons ghegheven hebben ene bede te helpe tote onser dochter huwelike, der coninghinnen van Alemangend, soe willen wi dat ju allen cond es dat Jan Persijne die jonghe daer bi in zinen rechte noch ghemindert noch ghemererd en zie.
In oirkonde f. Ghegheven in Middelburchg des woensdaghes na palmen sonnendach int jaer ons Heren Mo CCCo drie ende twintich.
Per dominum comitem.