Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A KE_K_X021r_122_1 B KE_G_X019r_122_1

A: AGH 256 (klein register Kennemerland), f. 21r, nr. 116 (primaire registratie).

In de bovenmarge de rubriek Kenemarland. – In de bovenmarge de terugverwijzende custode Precedit int scrijn van der capellen, gevolgd door de aantekening Dominus Willelmusa Parvusb habet Kenemairlandc. Dit is de naam van de klerk die het grote register ter kopiëring onder zich had (zie Van Riemsdijk, Tresorie, p. 602-603).

Bij het begin van de tekst in de marge een diagonale streep.

B: AGH 255 (groot register Kennemerland), f. 19r, nr. 122 (na 1331 juli 24-wrs. vóór 1336 mrt. 4, naar A).
Opschrift:

Jan Persijnd.

Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 168.

Ic Jan Persijne make cond allen luden dat ic bi rade ende toedoen eens edels princhen mijns liefs gherechts heren des graven van Heynnegouwenf etc. ghesed hebbe Jacob van Bakenesse, minen neve, in alleng minen heerscepenen ende gherechten ende in al minen goede, renten ende verval, wis ende onwis, in te nemen ende uyt te gheven, minen scoud mede te betalen, minen cost ende minen oirbair mede te doene; ende ghelove hem dat ic, minen nacomelinghe noch niement van minen weghen him noch sinen nacomelinghen uyt desen voirscreven heerscepen, renten ende goede niet doen en sullen, hi en hebbe eerst rekeninghe ghedaen ende him en si al op betaild al dat hi voir mi uyt gheleyt heeft of vervaen of noch doen sal te goeder wittachgheh rekeninghe toit zes hondert i Hollandsj toek, sonder alle slacht archeyt.

In oirkonde deser letter hebbic minen zeghel dair ane ghehanghen, ende hebbe ghebeden minen lieven here den graven van Heynnegouwenl etc. desen brief med sinen zeghele mede te bezeghelenm. Ende wi Willaemn grave etc., want dese voirscreven dinghen bi ons ende bi onsen toedoen ghedaen sijn, ende omme Janso Persijnsp bede voirs. ende omme die meere zekerheyt, hebben wi desen brief mede doen bezeghelen met onsen zeghelen; ende gheloven Jacopeq voirnoemt in desen heerscepen, renten ende goede voirgheseyt te houden ende niet te doeghen dat hi nochr sine nacomelinghe dair uyt ghedaen woirden, hem en si al op betaild ende volghedaen in allen manieren alst voirscreven is tot zes hondertich pond Hollandss toe, sonder alle slacht archeyt, al wairtt ooc dat die heerscepen, gherechten, goet ende rentenu bi versterven of met monbairscip an ons of op ons quame.

Ghegheven int jair ons Heren Mo CCCo XXVIIIo des sonnendaghes nae Meyen dach.

a
Will. A.
b
P’ws A.
c
Kenem’land A.
d
P’sijn B.
e
P’siin AB.
f
Heynn. A; Heyn. B.
g
a gevolgd door een vlek (een uitgeveegde l?) en een kleine spatie B.
h
wittachtigher B.
i
hier pond B.
j
Holl. AB.
k
de regel verder opgevuld met een horizontale streep A; de tekst loopt door zonder onderbreking B.
l
Heynn. met een poot te weinig in nn A; Heyn. B.
m
tebezeghelen, de letters be tussegeschreven, de e boven de regel A; tebeseghelen B.
n
Will. AB.
o
Jan B.
p
P’siins AB.
q
Jacob B.
r
jof B.
s
Holl. AB.
t
waer B.
u
heersceppen, renten, gherechten ende goed i.p.v. heerscepen ... renten B.
Oorkonder: Jan Persijn
Destinataris: Jacob van Bakenesse