Graaf Willem III bepaalt met betrekking tot de erfenis van het eigen goed van Dirk van den Wale, dat hem was opgedragen vanwege onenigheid daarover tussen Dirks erfgenamen en de kinderen van der Wateringe, dat hij uit die erfenis eerst Dirks schulden zal betalen alvorens de betreffende goederen weer terug te geven, en voorts dat ter vlottere betaling van die schulden de kinderen van der Wateringe hem 100 pond per jaar uit hun leengoed zullen toekennen; de oorkonde wordt meebezegeld door Jacob bisschop van Zuden, Gerard heer van Voorne, burggraaf van Zeeland, en Dirk heer van Brederode.
Geblijf der kinderen vander Wateringe ende Dircx kinderen vanden Wale an den grave.
Geblijf vanden kinderen van der Weteringe ende Dircx erfgenamen vanden Wale.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Vgl. nrs. NH 18-19.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb, van Hollandc etc. maken cond allen den ghenen die desen brief zullen sien jof horen lesend dat voer ons quamen die kindere van der Wateringhe op ene zide ende Dierix erfname van den Wale op die ander zide, ende bleven an ons van allen kive, van allen twiste, van aller scout ende van aller erflichede daer si mallic anderen omme hadden te spreken alse van der vrouwe van der Wateringhe ende Dierix voers., ende droeghen ons up in onse hant al dat eyghelic goed dat die kindere van der Wateringhee ende Dircf voers. hadden op dien dach dat hi starf, in dier manieren alse metten selven goede te betalen ende te keren van zulker scoud alse Dieric voers. sculdich bleef in sinen lesteng liveh, alse van twaelf hondert lb. die wel kenlic es dat Dieric voers. sculdich bleef alre hande luden, ende dat wi daer na dat voergheseide goed wedergheven ende keren moghen al daer ons dinket dat het metten rechte wesen sal, het en ware dat enighe scult noch voer ons quame dat kenlic ware, dien souden wi doen betalen van den selven goede eer dat goed weder van ons quamei in yemans handen; ende vord so sullen setten die voerseide kinderen van der Wateringhe C lb. Hollandsj sjaers van haren leen goede in onser hant, op dat men die scout voers. dies te eer ende te bet betalen moghe.
Ende daer dit ghesciede waren over een erachtich vader in Gode, onse lieve vreentk Jacob bider ghenaden Goeds bisscop van Zuden, onse lieve neve Gherardl here van Vornem, borchgrave van Zelandn, Dieric here van Brederode o voerghenoemd. Omme dat wi tote desen voerscreven dinghen waren daer si ghewillichlike ghedaen waren, ende om bede ons liefs heren des graven voers., in orconden ende kennessen deser voerghenoemden dinghen hebben onse zeghele ghehanghen an desen brief met ons liefs heren des graven zeghelp voernoemd. Dit was ghedaen in die Haghe des zaterdaghes voer sinte Agnieten dach int jaer ons Heren M CCC ende zestiene.