NH 38
[ws. ca. 1319 september 11-13]
Graaf (Willem III) geeft Colekijns zoon uter Hage schotvrijdom zolang hij leeft.
A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 242 (groot register Noordholland), f. 9r, nr. 40 (wrs. 1324 mei 13-sept., naar A).
In de rechtermarge: Colekijns sone uter Haghe. – Een streep door het begin van de tekst.
C: AGH 243 (klein register Noordholland), f. 7r, nr. 40 (wrs. 1336 mrt. 14-ca. 1340 mrt., naar A).
In de rechtermarge: ¶ Colekins zone uter Haghe.
Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 84.
Deze ongedateerde notitie, aan het begin van een nieuw gedeelte van het register, stamt waarschijnlijk uit dezelfde periode als de serie gedateerde stukken die volgt, nrs. NH 40-53 en 55-59, die op 11 en 13 september 1319 zijn uitgevaardigd; de rechtshandeling zal wel in dezelfde periode hebben plaatsgevonden.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Item hevet mijn here ghegheven bi siere letter Colekijnsa sone uter Haghe scot vri te sitten alse langhe als hi levet.
[Dienstaantekening:]
¶b Per dominum ad instantiam Martinic Tronpenaerd.
a
Colekins C.
–
b
ontbr. C.
–
c
M'tini BC.
–
d
Troempenaer C.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Colekijns zoon uter Hage
Trefwoorden: