(Graaf Willem III) beleent Arnoud van Hodenpijl met de tienden van drie hoven in Maasland, die hem waren opgedragen door Vriese van Koudenhoven.
Airnt van Hodenpijl.
Deze ongedateerde notitie, waarvan het twijfelachtig is of die ooit in de vorm van een oorkonde is uitgevaardigd, zal in 1328 in het primaire register A zijn ingeschreven op een tijdstip tussen de registraties van het voorafgaande nr. NH 370 d.d. 18 mei en het volgende nr. 371 d.d. 25 juli. De rechtshandeling zal zich ook wel in die periode hebben voltrokken.
Dat Vriese van Coudena hove op droch b den tiende van drien hoven den here, die in Maeslandc gheleghen sien, dair op elker side is gheleghen Enghebrechtd metten tiende die Dieric van Warmonde was, ende die Arnt van Hoden pijle ontfaen heeft te rechten leene. Hier was over Arnt van den Dorpe, Willaemf van den Vene.