Graaf Willem III wijst, ter beslechting van een geschil tussen de poort van Delft enerzijds en proost en convent van Koningsveld anderzijds, de begeving van de pauselijke prebende van het gasthuis te Delft toe aan de proost, waarbij hij zich het recht voorbehoudt een persoon bij gebleken ongeschiktheid af te zetten en te vervangen door een ander.
Conincxvelt.
Die stede van Delff ende die proest van Conixvelt, roerende der papeliker proven inden gast huyse.
Vóór de initiaal een streepje.
Vgl. nr. NH 454.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat wi van den twiste die gheweset hevet tuischen onsen goeden luden van onser poirt van Delf op die ene side ende den proist ende den ghemenenb conventc van Coninx velde op die ander side, alse omme die papeliker provende van den ghasthuis te Delf, wel versien na der bester wareyde die wi daer of hebben ondervondend bi den ghenen dien wijt bevolen hadden, ondervondene hebben ende bekennen den proist voirs. die ghifte van der papeliker provende van den ghasthuse voerscreven, ende willen dat hise gheven zo wilke tijd dat si verscinet enen goeden reckeliken waerliken man die priester es jof binnen jaers priester wort na f diere tijd dat hise hem ghevet. Ghave hise oec yemant die hem zo qualiken regeerde dat wine mit reden ontsetten mochten, zo souden wine ontsetten ende vort diere tijd enen anderen goeden man in siere steden setten die die papelikeng provende h wel ende reckeliken regeerde; ende na des mans tijd den proist behouden siere ghifte ende sijns rechts.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe des anders daghes na Ascenciendach int jair XXXo.