Graaf Willem III verkoopt aan Dirk van der Made ten behoeve van diens nicht jonkvrouw Elizabeth, dochter van heer Willem van der Made, het goed dat heer Willem van hem in leen hield, met uitzondering van de begeving van de kerk te Delft, andere daarmee samenhangende begevingen alsmede 24 pond Hollands jaarlijks uit de bede te Pijnacker, met de bepaling dat Elizabeth dat goed in leen zal houden en dat Dirk het pas aan haar zal overdragen wanneer zij de door hem betaalde koopsom van 500 pond Hollands ten volle aan hem heeft voldaan; voorts regelt hij de vererving van dit leen.
Joncvrou Lysbette vander Made.
Lijsebette heren Willems dochter vander Made.
In de marge een cirkelvormig teken, zo te zien door de kopiist.
Gezien de door andere hand aangebrachte correcties in de tekst en de datering (zie voetnoten i, t, v en d') is deze oorkonde twee maal uitgevaardigd: de eerste keer op 29 oktober (maandag voor Allerheiligen) 1330 te Den Haag, de tweede keer in enigszins gewijzigde vorm op 20 juli 1331 te Leiden.
De notitie in B lijkt aan te geven dat ter plekke een blad met achterleenmannen van de hofstede van Van der Made was ingestoken, maar daarvan ontbreekt nu elk spoor.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc. maken cond allen ludenc dat wi Diericd van der Made vercoft hebben tote joncfrou Lisebettene behoef, heren Willaemsf dochter van der Made, in rechten lene van ons te houden aldat goed dat hair Willaemg van der Made, sijn broeder, van ons te lene helt in sinen lesten live, uytghenomen die ghifte van der kerke te Delf ende anders ghiften die dair of roeren ende vier ende twintich pond Hollandsh sjaers uter bede te Pinacker, die wi ons selven behoudeni, om vijf hondert pond, dair hi ons selven of voldaen hevet van hondert pondj Hollands, ende hi hevet Inghebrechtk onsen rentemeister van onsen weghen betailt hondert pond Hollands, ende hi sal gheven C lb. Hollands tonser Vrouwen lichtmissel ende C lb. Hollands toitm sente Jans misse n midsomero naist comende ende C lb. Hollands te Voerscotenrep marketq r naistcomende; in manieren dat Dierics voirs. dit goid voirscreven niet rumen en sal tote hare behouft voer die tijd dat sine nichte voirscreven hemu jof sinen erfnamenv dese vijf hondert pond Hollands te vollen betailt hevetw, jof sijn ghemoede of hevet. Ende waer oec dat sake dat sine nichte voirs. storve sonder wittighe boirte, so soud comen op Diericx van der Made, ende die soud van ons houden ten rechten lene; wair oec Diericy doit voir derz joncfrou ende si storve sonder wittighe boirte, so soude dit goed comen op Dierixa' outsten wittighe sone, ende die sout van ons houden in rechten lene.
In orkonde etc. Ghegheven te Leyden des satersdaghes voir sinte Marien Magdalenenb' dach int jaer ons Heren M CCC ende een endec' dortich.d'
e' Nota. Om dat de grave an him ghehouden hevet de manne die vander hofstat van der Made verlient waren, zo f' zijn die manne van der Made in dit boec in enre tedese steken.