Graaf Willem III vergunt zijn valkenier Jan dat diens echtgenote en kinderen na diens dood dezelfde vrijheden zullen genieten als Jan nu geniet, en belooft dat hij de beslissingen van de voogd van de kinderen zal ondersteunen.
Jan die valckernaira.
Een streep door het begin van de tekst. – Vóór de initiaal een horizontaal streepje.
Wi Willaemb grave etc. maken cond etc. dat wi Jannec, onsen valkenaird, alsulke gratiee ghedaen hebben dat wi willen dat sijn wijf ende sine kindere na sinef doet ghebruken sulke vryhede als hi nu heeft, ende dienst vry bliven van sulken goede als hi nu dienst vry es; voirt dat soe wie meester van onsen weghen in die Haghe es jof dat soe wie Jan voirs. selve dair toe kieset voir sine doet sine kindere te vermontbaren, dat die sier kindere montbair wesen sal, ende soe watter die ghecoren montbair toe doet ter kindere oirbair, dat sullen wi ghestade houden.
Ghegheveng in die Haghe op sente Laurens dach int jair ons Heren M CCC XXXII.