Graaf Willem III bevestigt de schenking door Dirk de Visser aan diens echtgenote jonkvrouw Hildegonde van een lijftocht bestaande uit een woning en 6 morgen land aan het Westeinde van Rotterdam; voorts regelt hij de vererving van dit leen.
Aan het eind van de tekst in de marge een streep.
Joncfrou Hildegont Dirc die Visschers wijff lijfftoch.
Vóór de initiaal een dubbel kruisje.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat voir ons quam Diedericc die Vischer ende maecte mid onser hand joncfrou Hildegonden, sinen witteliken wive, toit hoire rechter lijftocht die woninghe die gheleghen es ten West ende van Rotterdammed ende zes morghen lands dair die woninghe op staet ende alre naist der woninghen gheleghen sijn; ende in deser lijftocht soe gheloven wisee te houden ende te bescermen naf sede ende costume van onsen lande. Voirt soe wanneer joncfrou Hildegond storvet, soe sal dit leen voirscreven comen op den outsten sone die Diedericg die Vischerh ende joncfrou Hildegonti te samen hebben; ende en hadden si gheenen sone, soe sout comen op hoir outste dochter die si te samen hebben. Ende dit es ghesciet bi Florisj den Vischer, Dierixk sVischers outsts soens wille.
Hier over waren hair Jan van Polanen ende Enghebrechtl van Voirscotenm, onse manne. In orkonde etc. Ghegheven in den Haghen des woensdaghes na Paischen in den jareo ons Herenp M CCCq drie ende dortich.