Graaf Willem III bevestigt de uitspraak door heer Jan van Polanen en Engebrecht (van Voorschoten) in het geschil tussen Nicolaas Bobben en diens echtgenote Hille, inhoudende dat Hilles goederen na hun beider dood aan haar erfgenamen zullen komen, en bepaalt bovendien dat haar goederen niet vervreemd mogen worden door Nicolaas, die wegens diefstal voortvluchtig is.
Onder de tekst, door andere hand: Concordatus. – Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Claes Bobbe ende Hille sijn wijff.
Een streep door het begin van de tekst. – Vóór de initiaal een horizontaal streepje. – In de marge onderaan de tekst, door andere hand: Concordatus.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb, van Hollandc, van Zeeland ende here van Vrieslandd maken cond allen ludene dat wi verstaen dat hair Jan van Pollanenf ende Enghebrechtg hier voirmails van onsen weghen een segghen seyden tuisken Clays Bobben ende Hillen sinen wive, die hi binnen horen jaren ontvoirde, dair hi ons of te beteringhe gaf van horen goede, want hi selve niet en hadde, tuintich pond Hollandsh; ende dair bi soe soude hi noch sine erfnamen van allei den goede dat hair doe bleef jof dat hair namails besturve niet delen na hare doet jof na siere doet, mar het soude al hoir ende horen erfnamen bliven. Voirt want Clays voirs. voirvluchtich is uit onsen lande van dieften ende Hille tgoed voirs. van nuwes jeghens ons verdinghet heeft omme tuie pond grote bi Florijs van der Boichorstj, soe willen wi dat alsulc goed als si nu behout jof namails up hair besterft, dat hi dat goed niet versetten noch vercopen noch vervechten noch verboren en moghe; ende alle stucken sonder archlist.
Ghegheven totek Berghenl in Henegouwenm des saterdaghes voir sinte Odulfsn dach int jair ons Heren dusent driehondert vier ende dortich.