Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Contact

Vorige Volgende

resultaten

UT 77

1326 december 14

Goes

Graaf Willem III machtigt heer Reinoud, zoon van de graaf van Gelre, en heer Domaas van Diest om namens hem uitspraak te doen in het geschil tussen de bisschop van Utrecht enerzijds en de heer van Keppel anderzijds.

A: AGH 402 (klein register Utrecht), f. 21r, nr. 75 (primaire registratie).

B: AGH 401 (groot register Utrecht), f. 16v, nr. 76 (wrs. 1336 mrt. 14-ca.1340 mrt., naar A).

Opschrift:

Roerende een seggen gedaen tvusschen den biscop van Utrecht ende den here van Keppel.

Een streep door het begin van de tekst.

Editie/regest: Van Mieris II, p. 371. – Berkelbach van der Sprenkel, Regesten, p. 270, nr. 676.

Wi Willaem^a grave etc. maken kond etc. dat wi edelen luden onsen lieven neve heren Reynoude^b, sgraven sone van Ghelre, ende heren Domaes van Diest macht ghegheven hebben ende gheven met desen brieve van onsen weghen een zegghen^c te zegghen tusken onsen lieven here den bisscop van Utrecht op die ene zide ende den here van Keppele op die ander zide, in allen dien manieren ende vorme als zijs ane ons ghebleven zijn; ende wat zi daer of zegghen alse voirscreven es, dat zullen wi ghestade houden.

In oirkonde etc. Ghegheven ter Goys^d des anders daghes na sinte Lucien dach int jaer ons Heren XXV°^e.

[Dienstaantekening:]

Per dominum de Yselsteyne et Wouter Gherard^f.

Will. AB.

–

Reynout B.

–

boven de n een overtollige afkortingsstreep A.

–

Goes B.

–

M^o CCC^o ende vijf ende twintich i.p.v. XXV^o B.

–

Gher. AB.

Oorkonder: graaf Willem III

Destinataris: heer Reinoud, zoon van de graaf van Gelre, en heer Domaas van Diest

Namen:

Trefwoorden:

Vorige Volgende

resultaten