Bisschop Jan III van Utrecht stelt verschillende nader gespecificeerde inkomsten voor een periode van drie jaar ter beschikking aan heer Floris van Jutphaas, Domproost van Utrecht, heer Hendrik van Loenersloot, deken van Sint Jan te Utrecht, zijn broer heer Thomas van Diest, heer Arnoud van IJsselstein, heer Willem heer van Boxtel en heer Steven van Zuilen, die samen met heer Gijsbrecht heer van IJsselstein, heer Rutger uten Waarde, scholaster van Oudmunster, en heer Zweder van den Boetselaar borg hebben gestaan voor 4.000 pond kleine penningen die hij had geleend, uit welke inkomsten zij dat bedrag terug zullen ontvangen; de oorkonde wordt meebezegeld door graaf Willem III, die zich garant stelt dat genoemde personen onbelemmerd die inkomsten kunnen innen.
In de marge: Nota, ter hoogte van dat zelfde interliniair toegevoegde woord (zie noot u).
Idem.a
In de marge een diagonale streep.
Wi Jehanb bi der ghenaden Gods biscop tUtrechtc maken cond etc. dat wi gheset hebben ende setten ersame lude heren Florisd van Jutfaese, Doemproist van Utrecht, in onse gruut tUtrecht, heren Heynricf van Loenresloteg, deken van Sente Jehanh tUtrecht, ini onser officialiteit mit sinen toe behoren, heren Thomaes van Diest, onsen broeder, op onse huys te Vollenhoe, scoutambocht endej renten van den lande van Vollenhoek, heren Arnoudl van Iselsteynem op onse huys te Stoutenberch ende scoutambocht van Amersvoirde ende van Emeland, mit alden scoutambochte die dair toe behoren, heren Willaemn here van Broecstelo op onse huys ter Horst ende in onse tol te Renen mit den halven gherechtp van Renen, ende heren Steven van Zullen in onse rentmester ambocht an des side der Ysel mit sinen toe behoren, alse voir ene somme van IIIIM ponden cleynre peninghe, enenq ouden groeten coninx Tornoyser over sestien penning gherekent, die si mit anders onsen borghen als heren Ghisebrechts here van Yselsteyne, heren Rutgheer ute Warde, scolaster van Oudemunster, ende heren Zueder van den Boecselaert voir ons versekert ende gheloftu hebben, welc IIIIM pond wi ghekeert hebben in onser kerken oirbair ende in noetsaken ons Ghestichts; ende voir dese IIIIM pond so willen wi dat onse borghen voirseyd bliven sitten ende ghebruken vrilijc in allen ambocht voirscreven dair wise in gheset hebben v toter tijd toe dat si dese voirs. IIIIM pond op ghebuert hebben ter goeder rekeninghe of dat wise vol ende al ghequit hebben, sonder archeyt, ende behoudelijc heren Florisw Domproistx, heren Heynricy deken van Sente Jehanz, herena' Thomaes, heren Arnoudb', heren Willaemc' ende heren Steven voirs. hoir brieve ende vorwarden die wi hebben op dese voirs. ambochte ende huse ghegheven hebben. Voirt sint voirwairden dat onse borghe vornoemd hoir ghelt in nemen sullen binnen drien jaren na Paischdaghe naist comended'; ende gheviel onsen borghen voirs.e' jof enich van hem enich hinder, comer of stoet an desen voirscreven brieven of huse of goedf' dair wise in gheset hebben binnen desen drien jaren voirseyd van ons of van onsen nacomelinghen biscoppe tUtrecht, zo heb wi ghebeden enen edelen hoghen prinche onsen lieven nevenheren Willaemg', grave van Heynnegouwenh' etc., dat hi onser borghe voirnoemd hulper wesen wil ende bliven toit dier tijd toe dat si vol ende al ghequit sien van hoestel, coste ende scade als van den IIIIM ponden voirs., sonder alrande archeyt.
Ende wi Willaemi' grave van Heynnegouwenj' etc. om bede willen ons lieves heren heren Jehank', biscop van Utrecht, ende om goede jonst die wi toit heml' draghen, hebben ghelovet ende lovenm' heren n' Floriso' Domproist, heren Heynricp' deken van Sente Jehanq', heren Ghisebrechtr' here van Yselsteyne, heren Rutgheer uten Wairde, heren Zueder van Boecselair, heren Thomass', heren Arnoudt', heren Willaemu' ende heren Steven voirs., wair dat sake dat hem of hore enich hinder of comer of stoet gheviel in enighen pointen die voirscreven sien als van den IIIIM pond voirscreven, dat wi hoir hulper dairv' in wesen sullen ende bliven toit dier tijd dat si van allen coste ende scade vol ende al ghequit sien in allen manieren alse voirscreven es, sonder alrande archeyt.
In orkonde der warheyt zo hebben wi Jehan bi der ghenaden Godsw' biscop tUtrecht ende wi Willaemx' grave etc. desen brief y' etc. Ghegheven tUtrecht int jaer ons Heren dusent drie hondert ende enendortich des sonnendaghes na sente Pieters dach ad cathedram.
- Jan III van Diest, bisschop van Utrecht
- heer Floris van Jutphaas, Domproost van Utrecht
- Utrecht
- heer Hendrik van Loenersloot, deken van Sint Jan te Utrecht
- heer Thomas van Diest, broer van bisschop Jan III van Utrecht
- Vollenhove
- heer Arnoud van IJsselstein
- huis te Stoutenburg
- Amersfoort
- Eemland
- heer Willem heer van Boxtel
- Ter Horst
- Rhenen
- heer Steven van Zuilen
- IJssel
- heer Gijsbrecht heer van IJsselstein
- heer Rutger uten Waarde, scholaster van Oudmunster
- heer Zweder van den Boetselaar
- Sticht Utrecht
- graaf Willem III
- Henegouwen