Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A UT_K_X015r_150_2 UT_K_X034v_150_1 B UT_G_X027r_150_1

A: AGH 402 (klein register Utrecht), f. 34v-15r, nr. 148 (1331 apr. 3-1332 apr. 15, naar onbekend voorbeeld).

Op f. 34 volgt inderdaad f. 15. – In de bovenmarge van f. 15r, door andere hand dan die de oorkonde registreerde: Int bisdom van Utrecht; erboven de geradeerde tekst, door nog een andere hand: Precedit in eodem exegebat loco.a Dominus Iacobusb de Hant.

Ten gevolge van muizenvraat aan de bovenhoek van het blad is enig tekstverlies opgetreden.

B: AGH 401 (groot register Utrecht), f. 27r, nr. 147 (wrs. 1336 mrt. 14-ca.1340 mrt., naar B).
Opschrift:

De eodemc.

Editie/regest: Van Mieris, ChHZ I, p. 48. – OSU I, p. 132, nr. 135. – MGH O II, p. 121-122, nr. 107.

Over het moment van registrering van onderstaande oorkonde in A zie de kopnoot bij nr. UT 145.

In onderstaande tekst is een aantal klaarblijkelijke corrupties en omissies in AB verbeterd aan de hand van de bovenstaande edities, die zijn gebaseerd op diverse Utrechtse bronnen uit de 12e-16e eeuw.

Vgl. nrs. UT 148, 149 en 151.

In nomine summi Deid. Otto omnipotentise Dei clementia instimulante imperatorf augustus. Dinoscant omnes g fideles presentes scilicet et futuri qualiter nos ob anime nostre remedium debitorumque nostrorum necnon et dilecteh coniugis nostre Theophani interventu atque venerabilis episcopi Gereonis ad Sanctum Martinum Traiectensemquei ecclesiam in proprium damusj in pago Inster lakek in comitatu Ruotbodonisl villam Amuda vocatam quantum eius prius ad prefatam non pertinebat ecclesiam, cum omnibus ad hec pertinentibus, cum curtibus, edificiis, mancipiis, pratis, pascuis, silvis, aquis, piscationibus, mobilibus et immobilibus, taleque theloneum quale prius Walger comes in eodem exigebat loco; m et ut eiusdem Traiectensisn ecclesie episcopus potestatem habeato, utrum illud theloneum totum velit in Traiectum sum[ere vel]p totum in Amuda, vel partem eius in Traiecto etq partem eius in Amuda. Quod scripto confirmari iussimus, per quod [preci]pimus quatenus ita ut datumr habemus perpetualiter permaneat. Et ut verius credaturs, man[u] nostra illud firmavimust et anulo nostro illud sigillari iussimus.

Signum domini Ottonis m[agni] imperatoris augustiu.

Folmarus cancellarius ad vicem Willigisi archicapellani notavi. Data oct[avas] Idus iunii anno Domini v D CCCC LXXV, indictione III, anno regniw domini Ottonis XV, imperii octavo; actum Erpesfortx.

a
een verwijzing naar de laatste woorden op het voorafgaande f. 34v A.
b
Ia. A.
c
nl. de bisschop van Utrecht, genoemd in het opschrift boven het voorafgaande nr. UT 147 B.
d
gecorrigeerd A.
e
hier en hierna (delen van) letters verdwenen in een vouw in het perkament A.
f
imperii, de letters ii door andere hand toegevoegd aan de afkorting imp. B.
g
hier nostri, deels doorgestreept en geradeerd A.
h
boven de regel toegevoegd A.
i
Traiectn. que AB.
j
ontbr. AB.
k
aldus AB (Inster aan het voorafgaande pagus vastgeschreven B); lees Nifterlake.
l
Ruotbo donis AB.
m
hier een duidelijke schriftbreuk B, ter plaatse van het begin van een nieuw katern in de legger A.
n
Traiectn. A.
o
ontbr. A.
p
tekstverlies in A tussen rechte haken aangevuld naar B (zie de kopnoot onder A).
q
ontbr. A.
r
dattum, de eerste t geëxpungeerd B.
s
exedatur AB.
t
confirmavimus B.
u
ontbr. AB.
v
hier M, doorgestreept en geëxpungeerd A.
w
boven de regel toegevoegd AB.
x
Ex pesfort AB.
Oorkonder: keizer Otto II
Destinataris: Sint Maartenskerk te Utrecht en bisschop van Utrecht