Graaf Willem IV, die heeft ontdekt dat het viertel land waarop de kapel van Ammers staat en waarmee door graaf (Willem III) de priester aldaar was begeven, in werkelijkheid toebehoort aan de heer van Arkel, waarna hij dit goed aan hem heeft teruggegeven, begiftigt nu de priester van Ammers in plaats daarvan met een prebende van 4 pond Hollands jaarlijks uit zijn huis te Ammers, uit te keren door de rentmeester van Zuidholland.
Die capelle tAmmersa etc.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Vgl. nrs. ZH 177 en 393.
Wi Willaem ..grave van Heynnegouwenb etc. maken cond allen luden. Want wi van der viertel lands dair die capelle tAmmersc op staet, ende onse lieve here ende vader, dair God die ziele of hebben moet, ter kerken ende ter papelike provende omme Gode ghegheven hadde, mitter wairded ghevonden hebben dat die eyghendom van den lande was des heren van Arcle, soe hebben wi hem sijn lant laten volghen; ende omme dat wi niene willen dat die dienste ons Heren ghemindert si, soe hebben wi omme die viertel lands voirscreven ghegheven ter papeliken provende tAmmers vier pond Hollandse tsyaers, ende wewisenf hem die jairlix in tenemen toit elken Bamisseg an onsen rentemeester van Zuuthollandh, aci wie hi es, uyt onsen huse tAmmers, ter tijt toe dat wise op anderen goede bewijst hebben. Ende ombieden onsen rentemeester van Zuuthollandj die nu es of namaels wesen sal dat hi dit ghelt voirscreven uytreke den paep van Ammers ten termine voirnoemd ende dair of neme enen brief van kennissen, ende dair mede sullen wi hem van alse vele alle jare quiten met dien brieve in sine eerster rekeninghe.
Ghegheven te Hairlem des vridaghes voir Palmen sonnen dach int jair XXXVIIIo.