Graaf Floris V verleent de burgers van Dordrecht tolvrijdom in het gehele graafschap voor al hun waren, ongeacht of de schepen waarop die waren worden vervoerd van tol zijn vrijgesteld of niet, mits zij te Ammerstol, Moordrecht, Niemandsvriend en Almsvoet tol betalen overeenkomstig de hun eerder verleende oorkonden; stelt hen vrij van de rechten die zij de heer van Strijen en de onmondige heer van Putten gewoon waren te voldoen; ziet af van de verlening van de makelaardij, ten gunste van de Dordtse burgers die daartoe door schepenen, Raad en baljuw of schout worden aangewezen; zegt toe schepenen en raden aan te stellen overeenkomstig de regels die daartoe ten tijde van zijn vader golden; en bepaalt dat de baljuw van Zuidholland ten gunste van de burgers van Dordrecht beslag kan leggen op goederen van ingezetenen van het baljuwschap in verband met vorderingen uit verbintenissen aangegaan ten overstaan van vier of meer schepenen van Dordrecht, zoals hij dat binnen de stadsvrijheid kan.
Dordrechta.