Graaf Willem III geeft heer Nicolaas Kervinck toestemming om van de boete die hem en zijn vrienden zijn opgelegd vanwege de dood van Jan Ries, het deel dat die vrienden hem schuldig zijn op hen te verhalen door inbeslagneming van hun goed of land.
Here Claes Kervinck.
Deze tekst is in C twee maal gekopieerd, de tweede maal temidden van een reeks per ongeluk gedubbelde afschriften, welke naderhand werden doorgestreept. Zie de kopnoot bij nr. ZE 83. – In de onderstaande editie worden de variante lezingen van de doorgestreepte versie geannoteerd met het sigle C'.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. maken cond etc. dat wi heren Claysc Kerving gheven oirlof met desen brieve te panden al sine vriende die onder hem zaten ende wondend op ter tijd doee hi beviel in der verboirnisse van Jans Ries doet, alf waerdg dat si hem zeder ontrumet waren, van alsoe veleh als si sculdich sien met hem te gheldeni metten rechte van der verboirnisse voirscreven; ende waer dat zake dat si anders niet te panden en hadden dan an haren lande, soe gheven wi hem mede oirlof dat hi dat land vronen mach ende beleeden tote onser behoef omme hem daer mede te quiten jeghens ons van derj verboirnesse voerscreven, alse verre alst rechtk van onsen lande wiset, sonder alrehande arghenlist.
In orkondel etc. Ghegheven te Mabeugem des sonnendaghes voer Vastenavond int jaer ons Heren M CCC ende twintich.
n Per dominum comitem, dominum Zudensemo et alios.